Op 23 april 2011 bezoekt Britta Cloetens de showroom van een Honda-garage in Wilrijk. Die showroom heeft ze nooit levend verlaten. Wat start als een onrustwekkende verdwijning wordt al snel een moordonderzoek. Een verdachte, Tijl Teckmans, de verkoper in de showroom, wordt opgepakt. De man heeft een gerechtelijk verleden. Teckmans ontkent alles ondanks ernstige materiële bewijzen tegen hem. Het lichaam van het slachtoffer blijft onvindbaar. Ouders en familie van Britta blijven hopen.
Tijl Teckmans, verdachte in het moordonderzoek Britta Cloetens, blijft alles ontkennen. Pas na vier maanden, na een confrontatie met zijn vader, bekent hij toch iets met de dood van Britta te maken te hebben. Het is een erg gekleurd verhaal. Een reconstructie moet aantonen of zijn versie geloofwaardig is of niet. Speurders zoeken niet alleen naar de omstandigheden waarin Britta Cloetens overleden is. Ze zoeken ook naar een motief van Tijl Teckmans. Ze onderzoeken zijn computer en vinden daarin erg belastend materiaal.
Ondanks de gedeeltelijke bekentenissen van verdachte Tijl Teckmans, blijft de politie zoeken naar wat er precies gebeurd is. De enige die daar een antwoord kan op geven is Tijl Teckmans zelf, maar die is niet bepaald communicatief in de verhoren. In het moordonderzoek Britta Cloetens blijft de belangrijkste opdracht het vinden van het lichaam van het slachtoffer. Onderzoekers willen haar vinden in de hoop zo sporen te vinden waaruit kan afgeleid worden wat er precies is gebeurd. Er wordt uitgebreid gezocht, ook met de verdachte samen.
