René Bastiaanse bezoekt natuurgebied De Loonse en Drunense Duinen. Ook laat hij Giersbergen zien met zijn prachtige (woon)boerderijen.
René bezoekt het natuurgebied De Regte Heide met onder meer een oud kerkenpad van Poppel in België naar Tilburg. Daarbij komt hij natuurlijk ook een grenspaal tegen. Hij loopt langs de beekjes de Poppelse Lei en de Oude Leie en toont een gedenksteen voor grafvondsten uit de Bronstijd. De aflevering eindigt met een aantal opvliegende fazanten.
In de derde Wandeling staat Klundert centraal. De aflevering begint bij het Hollands Diep en leidt daarna langs Shell Moerdijk. In Klundert toont René onder meer de Noordschans, de vestingwal, schapen aan het water en het raadhuis.
René Bastiaanse bezoekt landgoed Mattemburgh tussen Bergen op Zoom en Hoogerheide. De aflevering begint met een tekening van een doorsnede van de Brabantse Wal. Op het landgoed toont René de Franse tuin, het buitenverblijf, de Engelse tuin en het tuinhuisje. De aflevering eindigt in de kelder onder het theehuis.
Deze aflevering van De Wandeling draait rond de vestingwerken in Bergen op Zoom. Eerst neemt René een kijkje bij de maquette van de vesting Bergen op Zoom in museum Markiezenhof. Daarna bezoekt hij onder meer het Ravelijn en de kazematten, allebei onderdeel van de vestingwerken.
Deze aflevering van De Wandeling leidt naar Liempde en Casteren. Het kapelletje St. Antonius Abt, landgoed Groot Duifhuis en het oude station van Liempde komen aan bod.
In deze aflevering neemt René Bastiaanse een kijkje in het Bossche Broek ten zuiden van de provinciehoofdstad. Verder bezoekt hij de St.-Janskathedraal in Den Bosch waar hij het interieur van de toren en het carillon laat zien.
ené Bastiaanse bezoekt landgoed Valkenhorst met zijn visvijvers. Daar stuit hij onder meer op een vliegende visarend.
In deze aflevering staat het veengebied van Helenaveen centraal. René valt bijna in een veenput. Hij laat een monument zien voor een Romeinse officier, van wie resten in het veen werden gevonden. Verder stuit hij op Limousin-koeien in een weiland en sluit hij de aflevering bij het vallen van de avond af bij een schaapskooi.
Deze aflevering van De Wandeling speelt zich af in Heeswijk en begint bij het mausoleum van het geslacht Van den Bogaerde. Er zijn ook beelden van Kasteel Heeswijk te zien toen het nog in de steigers stond. Verder is er aandacht voor een 'grafsteen' in de galerij van het kasteel, de wapenkamer en een oud altaar uit de St. Jan in Den Bosch. Ook toont René een kasteelmuur uit de veertiende eeuw en de gewelven onder het kasteel.
Deze aflevering begint bij kasteel Maurik in Vught. In het Reigersbos komt René vast te zitten in de modder. Eenmaal bevrijd, bekijkt hij het veerhuis en jachtslot op landgoed Haanwijk. Na een bezoek aan café 't Haantje sluit hij de aflevering af in Out Herlaer en vervolgens Nieuw Herlaer.
René bezoekt het Mastbos bij Breda en dat zal hij weten. Meteen al aan het begin van deze aflevering loopt hij tegen een boom aan. Dapper zet hij zijn wandeling voort en bekijkt onder meer een bijzondere beuk, een houtvijver, een kogelvanger en een schietbaan. Verder staat hij stil bij een monument voor gefusilleerden. Hij wandelt naar kasteel Bouvigne en bij het riviertje De Mark zet de avondschemering in.
Het eerste deel van twee afleveringen over Zundert en Vincent van Gogh. René besteedt aandacht aan de turfvaart in natuurgebied De Moeren. Hij neemt een kijkje bij de Angorahoeve, waar onder andere Henriette Roland-Holst gewoond heeft. Daar bezoekt hij ook het atelier en de theekoepel.
Vervolg van de dubbele aflevering over Zundert en Vincent van Gogh. René Bastiaanse toont onder meer een oud ven op De Pannenhoef dat in oude staat hersteld is. Bij het Trappistenklooster toont hij onder meer de Mariakapel en de theekoepel. Als de schemering inzet, komt René op landgoed De Moeren terecht. De aflevering eindigt bij 'In den Anker' met een van de oudste gelagkamers van Nederland.
Een winterse aflevering van De Wandeling met beelden van Megen in de sneeuw. René vertrekt bij de Oude Maas op de grens van Gelderland en Brabant. Hij steekt over met de pont en bezoekt de voormalige tegelbranderij 't Schouwke. René neemt een kijkje in een Mariakapel met gebrandschilderde ramen van Pierre van Rossum. Verder toont hij de Servatiuskerk en de hostiebakkerij van het Clarissenklooster. Via het oude gemeentehuis van Megen en het beeld van graaf Brimeu wandelt hij naar het Minderbroederklooster van de paters Franciscanen. Hij neemt een kijkje in de kloosterkerk. De aflevering eindigt bij een restant van de oude stadspoort.
Opnieuw een dubbele aflevering: deze keer over Kasteel Nemelaer van familie Van den Bogaerde in Haaren. René neemt deze keer bij uitzondering enkele gasten mee op zijn wandeling. Hij neemt een kijkje in het jachtslot. Hij staat even stil bij een sluis in de Nemer. Hij ziet hoe de trein tussen Tilburg en Boxtel voorbijraast en eindigt bij enkele eilandjes in het Beeldven.
Het vervolg van de dubbele aflevering over Kasteel Nemelaer in Haaren. De aflevering begint bij het kasteel in het duister gehuld. René staat even stil bij het smeedwerk voor de ramen. Daarna neemt hij binnen een kijkje. Hij vergelijkt de situatie met de toestand van voor de brand in 1969. Hij toont een bedbank, de bibliotheek, oude martelwerktuigen en de Engelenkamer met een grote verzameling engeltjes. De aflevering eindigt bij de brandende open haard.
Opnieuw een dubbele aflevering van De Wandeling. Deze keer staat Velp centraal. De wandeltocht begint deze keer bij de Maasbrug bij Grave. René staat even stil bij het monument voor gevallenen bij gevechten in 1944. Hij neemt een kijkje bij een gemaal en in het Marsstraatje. Hij bekijkt de parochiekerk van binnen en toont een grafsteen uit de zeventiende eeuw. Tot slot bezoekt René de kapel van het klooster in het oude kasteel Bronckhorst.
Vervolg van De Wandeling in Velp. René Bastiaanse bezoekt het Capucijnenklooster en staat even stil bij een schilderij van Basilius van Bruggen. Verder bekijkt hij het centrale uurwerk uit 1747. Hij toont de kerk, de bidkapel en het pesthuisje. De aflevering eindigt bij het Paterswiel en het Hertogswiel.
In deze aflevering bezoekt René het natuurgebied De Gement en het dorp Cromvoirt bij Den Bosch. Er komen een kleine zwaan, koolganzen en molens voorbij. Verder toont René het Bels lijntje en een oude spoorbrug. De aflevering eindigt met beelden van de kerkklok van Cromvoirt en een klok op een dak.
Dubbele aflevering van De Wandeling waarin Liempde centraal staat. René Bastiaanse begint zijn tocht deze keer op klompen. Hij staat even stil bij het kruis van Johannes Castione. De tochten blijven avontuurlijk; deze keer glijdt hij in het water. Hij vervolgt zijn tocht langs de Heerenbeek, Veldersbosch, Sterrenbos. Daar bekijkt hij planten als de inlandse eik, moerascyprus en Amerikaanse eik. Op landgoed Vellaar bekijkt hij de sequoia en rode beuk. Hij staat even stil bij een steen met datum en naam van Adriaan van Boekel. Daarna toont hij nog een Vlaamse schuur, waarna de aflevering eindigt bij een zeventiende eeuwse boerderij.
René Bastiaanse vervolgt zijn wandeling door Liempde bij de Beugelaar en het raadhuis. Daar bekijkt hij het stadswapen en de toren met de klok. Daarna bekijkt hij de kerktoren van Liempde met zijn klokkengroep. Hij wandelt via het beeld van de klompenmaker naar de klompenfabriek. Daar bekijkt hij hoe de machines hun werk doen: onder meer een machine om klompen uit te hollen, een zaagselmachine en een schuurmachine. Via een machine voor miniatuurklompjes komt hij uiteindelijk bij de reuzenklomp bij de klompenfabriek terecht.
In deze aflevering van De Wandeling brengt René Bastiaanse een bezoek aan Oudenbosch. De tocht begint in het Gastels Laag met rietpalmen en elzenbossen. In Oudenbosch zelf leidt de tocht langs de suikerfabriek, de haven en het gebouw van de voormalige Sociëteit der Jongelingschap. In het museum van Oudenbosch staat René even stil bij een beeld van een zoeaaf. Daarna bezoekt hij het Sint Louisius complex. Hij toont een beeld van Sint Anna Louisius, de beschermheilige van de jeugd. Na een bezoek aan de sterrenwacht gaat de wandeling verder bij de basiliek van Oudenbosch. René toont enkele beelden en prenten in het kerkgebouw. Daarna bezoekt hij de moskee en het Turks en Marokkaans centrum De Schuur. René bekijkt nog even de Lourdesgrot in het arboretum van Sint Louis, waarna hij de wandeling afsluit in een negerzoenenfabriek.
In deze aflevering van De Wandeling staat het Land van Altena centraal. De uitzending begint met beelden van een geknotte es en rietpluimen op het pompveld. René springt over de plomp maar haalt de kant niet. Hij wandelt door de grienden waar griendwerker Jan Pruisen bezig is met het opbinden van wilgentenen. De wandeling gaat verder naar een eendenkooi waarmee eenden worden gevangen. Tot slot neemt René een kijkje in het huis van een kooiker.
Nog een aflevering over het Land van Altena. Deze keer staat Fort Giessen centraal. René bekijkt gebouw A, B en C. De gebouwen worden tegenwoordig gekenmerkt door vermolmde vloeren en bouwvallige trappen en worden bewoond door vleermuizen.
René Bastiaanse begint zijn wandeling deze keer aan de provinciegrens. Daarna loopt hij naar een gedenksteen op de plek waar de Maas en Waal scheiden. In Giessen bezoekt hij een oude hoefsmederij, tegenwoordig woonhuis en werkplaats van kunstenaar Toon Koops. Via de Boven-Merwede met overstroomde uiterwaarden loopt hij naar Woudrichem. Daar bezoekt hij onder meer het visserijmuseum en zalmverwerkingsbedrijf Wylax waar hij laat zien hoe zalm gefilered wordt. Hij bekijkt enkele gevelstenen uit de zestiende en zeventiende eeuw, bijvoorbeeld met een gouden helm of een gouden engel. Via de haven van Merwede leidt deze wandeling naar slot Loevestein. De tocht eindigt op de binnenplaats.
René Bastiaanse begint zijn wandeling deze keer bij een Duits antitankgeschut op het dorpsplein in Zandoerle. Via de bossen en weilanden loopt hij naar een grafheuvel, waar hij meer vertelt over deze prehistorische begraafplaatsen en de verschillende soorten. De tocht leidt vervolgens naar het Groot Meer waar René vast komt te zitten in de modder. Daarna bezoekt hij een graanmolen in Oerle en bekijkt hij de verschillende onderdelen. Via een oud koetshuis eindigt de tocht in de plaatselijke kerk waar het hout van een oude waterput wordt geconserveerd.
In deze aflevering staat het Trappistenklooster Koningshoeve in Berkel-Enschot centraal, maar de wandeling begint op een ondergesneeuwde vuilstort De Spinder aan de rand van Tilburg. Vuilniswagens komen er nog dampend vuil afleveren. Via de Voorste Stroom wandelt René naar de Piushaven en het Wilhelminakanaal in Tilburg. Hij bekijkt de oude waterzuivering en via het groene gebied Moerenburg en het Galgenven loopt hij naar het trappistenklooster Koningshoeve. Hij toont de gevels met heiligenbeelden en de kerktorens met rozetramen. In de kerk bekijkt hij de glas-in-loodramen. Ook neemt hij even de tijd voor een klok in het plafond van de kerk. De tocht eindigt, vanzelfsprekend, in de bierbrouwerij van het klooster: De Schaapskooi.
De wandeling begint op landgoed Huis ter Heide. Beelden van een productiebos en een venlandschap. René loopt er een Schotse Hooglander tegen het lijf. Daarna verplaatst de wandeling zich naar de vuilstort, waar een vuilniswagen vuil aan het storten is. De aflevering eindigt met beelden van een valkenier die met een valk in de weer is. René mag zich even over deze vogel ontfermen.
Deze aflevering van De Wandeling speelt zich af op landgoederen De Grote Slink en De Bundhorst bij Oploo. René stuit er tijdens zijn tocht langs vijvers en door bossen onder meer op de grote specht, de vinpootsalamander, de kleine bonte specht en de Schotse Hooglander. Hij bezoekt de boswachterswoning van architect Karel Mulder. De tocht eindigt bij landhuis De Grote Slink.
Opnieuw aandacht voor een landgoed in deze aflevering van De Wandeling. Deze keer gaat het om landgoed Tongelaer bij Mill en het gelijknamige kasteel. De wandeling begint op de binnenplaats van het kasteel. Op het landgoed bekijkt René onder meer een dassenpad met dassenpijpen en -tunnels. Bijzondere planten die hij tegenkomt, zijn de gevlekte Aronskelk en de sleutelbloem.
René Bastiaanse wandelt in deze aflevering door Sprang-Capelle. De tocht begint bij de kerk, waar hij onder meer een wandschildering uit 1525 bekijkt. Daarna bekijkt hij het typische slagenlandschap. Een voormalige hooifabriek blijkt toch vooral vergane glorie. De tocht leidt via kasteel Zuidewijn naar een stationswachtershuisje dat het eindpunt van deze wandeling vormt.
Oirschot staat centraal in deze aflevering van De Wandeling en de tocht begint deze keer bij de Sint-Pieterskerk en het marktplein in het centrum. Via het gehucht Straten komt René terecht in de Mortelen dat bekend is door zijn populieren die zijn aangeplant door een voormalige luciferfabriek. De wandeling gaat verder naar landgoed De Heerenbeek waar René onder meer de slanke sleutelbloem, bosanemoon en blauwsporige bosviool aantreft.
In de eerste van twee afleveringen over Den Bosch staat verkeer en vervoer centraal. De wandeling begint op de Luikse Steenweg en gaat van daar naar het station. René bekijkt de typische overkapping van ingenieur van Heukelom uit 1898. Via de Stationsweg loopt hij naar het verkeersplein Wilhelminaplein/Heekmanplein. René bekijkt de oude vestingsmuren en een draaibrug uit 1904. Water is er genoeg: de Dommel, de Zuid-Willemsvaart en de Binnendieze. De tocht eindigt in de haven.
De tweede helft van een dubbele aflevering over Den Bosch waarin deze keer de Binnendieze centraal staat. De tocht begint in de wijk Uilenburg waar René even stil staat bij een voormalig koetshuis met hijsluik. Daarna stapt hij in een bootje dat een tocht over de Binnendieze gaat maken. Onderweg kijkt hij onder meer een voormalig pakhuis en de Munt. Hij vaart door tunnels die onder huizen doorgaan, die over de Binnendieze zijn gebouwd. In een van die tunnels stuit hij op een trap naar het stadhuis erboven. Via de Vughterstroom en de Kerkstroom komt hij bij de pastorie van een kerk terecht. Het koor van die kerk overkluist het water.
René begint deze aflevering over het Markiezaatsmeer in een houten uitkijktoren op de Kraaienberg. In de verte ziet hij het meer met moderne windmolens aan de rand daarvan. René duwt met veel moeite een boot in het water en vaart naar vogeleiland De Spuitkop, waar hij op brandganzen, zwanen en runderen stuit. Op het vogeleiland toont hij ook zwaluwnesten in een oeverwand en een dode wilde eend bij een vossenhol.
In deze eerste aflevering van het tweede seizoen bezoekt René Bastiaanse Maashegge. Hij steek met een veerpont de Maas over en wandelt vervolgens langs hondsroos, hopplant, vlierbessen en het kardinaalshuis bij kasteel Boxmeer. Dit is tegenwoordig het moederhuis van de zusters van de congregatie van July Postel. Hij bekijkt daar opgegraven potten en pannen van de Romeinse weg en geschilderd stucwerk op het plafond. De wandeling eindigt met beelden van de Maas.
Deze aflevering van De Wandeling staat in het teken van Kasteel Heeze. Via de binnenplaats en de toegangspoort komt René terecht in de grote salon van het kasteel. Daar bekijkt hij onder meer een oude kaart van architect Pieter Post voor het ontwerp van het kasteel en een wandtapijt over Alexander de Grote. Ook staat hij even stil bij een geschilderd portret van Ursula Adèle Aurore van Tuyll van Serooskerken. Daarna verlaat hij het kasteel en komt hij terecht in de heerlijkheid van Heeze met zijn boomgaard, kraaienbos en freulelaantje. Tot slot beelden van de Strabrechtse Heide.
De natuur staat centraal in deze aflevering van De Wandeling over de Strabrechtse Heide. Beelden van Kempische heideschapen met herdershond. De wespspin heeft twee waterjuffers in zijn web gevangen. Verder komt René tijdens zijn tocht holen van de bijenwolf, een levendbarende hagedis en een heikikker tegen. De aflevering eindigt bij een paal die het einde van de heerlijkheid Heeze aanduidt.
Werk in uitvoering aan het begin van deze aflevering van De Wandeling. De tocht begint namelijk bij de werkzaamheden voor de verlegging van het riviertje De Beerze. Er wordt onder meer een vistrap aangelegd. René komt de blauwe bosbeekjuffer en kikkerdril tegen in het riviertje. De wandeling langs de rivier leidt naar de kapel van de Heilige Eik waar hij onder meer de glas-in-loodramen bekijkt. Via een brug die juist opengaat, steekt René het Wilhelminakanaal over naar landgoed De Baest met onder meer een landschapstuin. Hij blijft de Beerze volgen en daar eindigt zijn wandeling ook.
René begint zijn wandeling bij een moesistel op de weg naar Hoogstraten. In dat dorp bezoekt hij het Begijnhof en daarna de Catharinakerk waar hij onder meer even stil staat bij de glas-in-loodramen. Vervolgens neemt hij een kijkje in de voormalige strafinrichting Wortel bij Hoogstraten. Daar toont hij onder meer de binnenplaats en de begraafplaats van de landlopers van deze 'Wortelkolonie'.
De Wandeling is deze keer een vaartocht door Nationaal Park De Biesbosch. René legt onder meer aan om een griendschuur van binnen te bekijken. Verder staat hij even stil bij een beverburcht, waar hij nog een sleepspoor vindt. Geen echte bever helaas, maar de tocht eindigt bij het Biesbosch Museum waar René een opgezette bever laat zien.
René Bastiaanse wandelt in deze aflevering door het centrum van Breda. Hij begint bij het monument voor de Oranjes van Nassau bij het Valkenbergpark. Daarna bezoekt hij de Koninklijke Militaire Academie en het paleis van Hendrik de Derde waar hij onder meer een medaillon met afbeeldingen van Griekse en Romeinse helden toont. Beelden van cadetten op exercitie en een muur waarin cadetten hun naam hebben gekrast. De aflevering gaat verder bij de haven met de gevechtstoren en het Spanjaardsgat uit 1610. Vervolgens bezoekt René de grote kerk ofwel de Onze Lieve Vrouwekerk. Binnen bekijkt hij het grafmonument van de stamvader van de Nassaus, Engelbrecht de Eerste. Tot slot toont hij de grafsteen van de grafkelder van de eerste leden van het slacht Nassau die in deze kerk zijn bijgezet.
De aflevering over de Wouwse Plantage begint bij het Wilhelmietenklooster in Huijbergen. René bezoekt het museum en bekijkt het restant van de oude toegangspoort naar de Wouwse Plantage. Daarna loopt hij naar het centrum dat bestaat uit dertien rijksmonumenten die zijn ontworpen door Pierre Joseph de Caters. Hij bekijkt onder meer het paleisje in neorenaissance-stijl van de familie Speeckaert en de gebouwen van Pierre Joseph de Caters. Daarna komt ook het jachthuis op de Wouwse Plantage nog aan bod. Verder toont hij een collectie van brandweerauto's met onder meer een oude tankwagen en een jeep die dienst deed als brandweerwagen. De wandeling gaat verder via het duinlandschap naar het Sleutelgathuis.
René bezoekt in deze aflevering in Putte het Ravenhof van de graven van Moretus, een vlaams geslacht. Hij toont onder meer een hal met een boog van ivoren slagtanden en een hekwerk met de M van Moretus. Verder laat hij een portret van graaf Moretus zien en bezoekt hij een theehuisje en een gedenkteken van Jordaans. De aflevering eindigt met het heide- en duinlandschap van de Kalmthoutse Heide.
René begint zijn wandeling in Nuenen bij het beeld van Vincent van Gogh. Hij bezoekt de pastorie uit 1764, ooit het ouderlijk huis van Van Gogh. Verder wandelt hij langs het kerkje van Nuenen en de Opwettense watermolen. Daarna vergelijkt hij een schilderij van de Collse watermolen met de situatie nu.
De wandeling van René door Nieuw-Vossemeer begint bij een beeld van Merijntje Gijsen. Daarna wandelt hij langs de Dintelse Gorde, waar hij onder meer een pony en het karkas van een boot tegenkomt. Vervolgens bezoekt hij de kerk van Nieuw-Vossemeer met kruisribgewelven. De aflevering eindigt bij het Schelde-Rijnkanaal.
René Bastiaanse bezoekt Landgoed De Utrecht nabij Esbeek. Hij neemt een kijkje in de houthakkerstoren en bezoekt de pachtboerderijen. Hij toont de boksboom ofwel sequoia en een plaquette met een man erop die een boom plant, een teken van een verzekeringsmaatschappij. René wandelt via het gehucht Dun naar café De Bokkenrijder.
In deze aflevering wandelt René Bastiaanse door Deurne, waar hij onder meer het veertiende-eeuwse hof van de Heren van Deurne bezoekt. Daar bekijkt hij een schilderij van Hendrik Wiegersma en een mozaïek van de heilige Petrus van de hand van Pieter Wiegersma. Daarna bezoekt René het vijftiende-eeuwse kasteel van de Heren van Deurne. Daar ziet hij onder meer een drieluik van Christus met de Apostelen dat is gemaakt door Hendrik Wiegersma. In het gemeentehuis van Deurne bekijkt hij onder meer een portretfoto van de kunstenaar en een buste van pastoor Roes. Deze wandeling eindigt bij De Wieger, het huis van Hendrik Wiegersma, met een glas in lood van zijn hand en een buste van de kunstenaar.
Deze aflevering van De Wandeling leidt René door Helmond. De tocht voert hem onder meer langs enkele bedrijven, zoals zand- en grindhandel Slits en textielfabriek Vlisko. Verder wandelt hij langs de hefbrug en het kasteel van Helmond. Hij bezoekt het herenhuis van fabrikant Van Tiel en de Klaverhof van architect Otten. Verder neemt hij een kijkje bij de eigentijdse woningbouw in de vorm van een burcht en bij de bekende kubuswoningen.
René Bastiaanse begint zijn bezoek aan Geertruidenberg in het centrum. Daar bekijkt hij onder meer de kerktoren en de vroegere herberg De Roos. Daarna staat hij onder meer stil bij het grachtenstelsel rondom deze plaats. Vervolgens brengt hij een bezoek aan de elektriciteitscentrale waar hij onder meer een kijkje neemt in de oven, de generator en de centrale rekenkamer.
René Bastiaanse bezoekt in deze aflevering Gemert en begint bij de toegangspoort van het Kasteel van Gemert. Op het binnenplein toont hij een gebouw van de paters van de Heilige Geest. Daarna bekijkt hij in de kapel het kruis van Christus met relikwie, een stukje hout van het kruis van het echte kruis. Op de Keskusdijk toont hij de kapel van het Wonder van de Ossen met afbeelding van Jozef, Maria en kindje Jezus. In Handel bezoekt René de parochiekerk met een beeld van Maria met kind gemaakt van lindehout en beschilderd met bladgoud. Ook staat hij even stil bij een glas-in-loodraam en het plafondmozaïek. In het processiepark biekijkt hij het beeld van Christus aan het kruis genageld. Deze wandeling eindigt bij de Esdonkse kapel gewijd aan Maria Magdalena.
Deze aflevering van De Wandeling gaat over Tilburg en over Peerke Donders in het bijzonder. René bezoekt het huis van Peerke Donders en bekijkt daar onder meer de bedstede en een weefgetouw. De wandeling gaat verder bij een wevershuis en fabriekscomplex Mommers. Vervolgens brengt René een bezoek aan het Textielmuseum waar hij onder meer een damast-weefgetouw, een stoommachine, schrobbermachine en spinmachine laat zien. In museum De Pont toont hij een sheddak, voormalige wolkamers en enkele kunstwerken. Daarna wandelt hij verder langs een beeld van Peerke Donders in het Wilhelminapark in Tilburg. De tocht eindigt op een begraafplaats met grafmonumenten van de families Mutsaerts en Polet.
De Wandeling steekt de grens over en komt terecht in het Belgische Westerloo. De aflevering begint in het centrum en leidt via een lindelaan uit 1672 naar de abdij van Tongerlo, een klooster van de Norbertijnen. Daarna gaat de tocht verder naar de abdij van Postel. In de kapittelzaal bekijkt René een houten Christusbeeld. Daarna bezoekt hij de bibliotheek en het atrium. In het vestarium staat hij even stil bij enkele habijten. In de sacristie toont hij een kazuifel. Verder laat hij een vitrinekast met heiligenrestanten zien. De wandeling eindigt in de Romaanse kerk uit de twaalfde eeuw.
Deze wandeling van René door de lichtstad Eindhoven begint bij de eerste fabriek van Philips, waar hij vertelt over de historie van de gloeilamp. Daarna bezoekt hij de Philips Lichttoren, de wijk Philipsdorp en een voormalig pand van de Etos, de kruidenier van Philips. Hij zet de wandeling voort via de bedrijfsschool van Philips en de Philips-fabriek gebouw SA in stadsdeel Strijp. Daarna neemt hij een kijkje bij de eigen elektriciteitscentrale van Philips. Via het radiomonument in de Stadswandelpark loopt René naar de villa van Anton Philips, waarna de wandeling eindigt bij de Witte Dame.
Deze keer staat safaripark De Beekse Bergen in Hilvarenbeek centraal. Tijdens deze Wandeling komt een groot aantal dieren in beeld: olifanten, ooievaars, oerrunderen, kamelen, przewalskipaarden, jachtluipaarden, giraffen, ringstaartmaki's en neushoorns. Afsluiter zijn de Siberische tijgers.
René bezoekt Valkenswaard, sinds de zestiende eeuw het centrum van de valkenjacht. De wandeling begint bij een beeld van een valkenier. René bezoekt het Cultuur Historisch Museum met onder meer opgezette haviken en slechtvalken. Daarna neemt hij een kijkje in een huis uit 1664 dat destijds de woning van de meestervalkenier was. René praat met valkenier Jacques met een havik en collega Harry met een slechtvalk. Verder neemt hij een kijkje in een uitkijkpost op de hei voor de valkenvanger. Tot slot wordt hij bijna doodgeknuffeld door een hond.
In deze aflevering staat de Brabantse sigarenindustrie, met name in de Kempen, centraal. René Bastiaanse rookt een sigaar tussen de sigarenverzameling van Tinus van der Velden in Veldhoven. Vervolgens wandelt hij langs de provinciale weg naar Turnhout en bezoekt de fabriek van Velasques. In een museum in Valkenswaard bekijkt hij een tabaksblad en doet hij een poging om een sigaar te rollen. Vervolgens bezoekt hij de Agio-fabriek en werpt hij een blik in de verzameling van sigarenbandjes en aanverwante producten van een verzamelaarster in Reusel.
In deze aflevering van De Wandeling bezoekt René drie kloosters in Oosterhout: Catharinadal, de Onze Lieve Vrouwe Abdij en het klooster van de Orde der Benedictijnen.
René struint door de boeken, oude handschriften en incunabelen van de bibliotheek van de Theologische Faculteit van de Katholieke Universiteit Brabant in Tilburg.
René wandelt in deze aflevering langs de resten van concentratiekamp Vught. Hij begint zijn tocht bij een kindermonument. Vervolgens toont hij een paneel met namen van mensen die in het kamp gestorven zijn. Hij bezoekt kamp Lunetten, waar Zuid-Molukkers jarenlang in kampementen woonden. Op het eind van deze aflevering neemt René zijn intrek in een cel van de aangrenzende gevangenis Nieuw Vosseveld, de Extra Beveiligde Inrichting (EBI).
René's wandeling door Zaltbommel begint bij de brug over de Waal. Zaltbommel is de bakermat van de familie Philips. Anton en Gerard Philips, grondleggers van het elektronicaconcern zijn er geboren. René neemt een kijkje bij hun geboortehuis, waar Karl Marx ook regelmatig verbleef. Daarna toont hij een gouden eenhoorn. De wandeling leidt verder langs de wallen en vestingwerken, joodse graven en de algemene begraafplaats met het graf van Lion Philips. De wandeling eindigt bij de Waal, waar ganzen en ooievaars te zien zijn.
Nederhemert is eigenlijk een eiland geworden door het aanleg van een kanaal tussen de Maas. René gaat in deze aflevering dit "eiland" verkennen.
Deze Wandeling start in Oudheusden. Veel mensen denken dat Heusden een van de oudste plaatsjes van Brabant is. Het grootste gedeelte is echter van zeer recente datum, herbouwd aan de hand van tekeningen van architecten in de Tweede Wereldoorlog. De wandeling leidt langs de vestingwerken, een rondeel uit 1985 en huizen uit de zeventiende eeuw. Verder neemt René een kijkje in de haven, bij de molens, de visafslag en een bijzonder herenhuis. Hij bekijkt de restanten van een kasteel/munitieopslag met nep-oudbouw. Daarna toont hij een sortie, een vluchtweg voor soldaten en sluit hij de wandeling af bij een pand met Dordtse gevel.
De Wandeling van René Bastiaanse door Hilvarenbeek begint bij een kapel die na de Tweede Wereldoorlog herbouwd is. Hij wandelt over de Vrijthof en toont de kerktoren als voorbeeld van Kempisch Gothiek. René offert een worst bij het beeld van de heilige Clara. Hij beklimt de toren en toont de klokken en de klokkenstoel. Cameraman Leon speelt op het carillon, waarna hij vast komt te zitten tussen de trap en het houtwerk van de toren. Vanaf de toren zijn er fraaie plaatjes van het dorp te zien. Daarna bezoekt René nog een museum waarin een oud geraamte wordt tentoongesteld. De wandeling eindigt bij de buste van professor Asselberg oftewel Anton van Duinkerken.
Deze aflevering van De Wandeling gaat over het Landgoed Coudewater in Rosmalen. Het landgoed bestaat al meer dan vijfhonderd jaar en in die tijd hebben er vooral religieuzen en psychiatrische patiënten gewoond. De wandeling begint in de ontvangsthal, waar René de afbeeldingen van de oprichters dr. Van den Bogaert en dr. Pompe toont. Vervolgens bezoekt hij de damesvilla en het museum van Coudewater. Daarna gaat hij nog even snoezelen in de snoezelruimte, waarna hij nog een kijkje neemt op de begraafplaats van Coudewater en het asielzoekerscentrum van Rosmalen.
René wandelt door de Oisterwijkse bossen en vennent en vertelt over de geschiedenis van de Natuurbescherming. Daarbij werpt hij een blik in het Verkade-boek van Jac P. Thijsse. Na een ritje op de trapfiets en een vaartochtje in een roeibootje eindigt de wandeling in natuurgebied De Kampina.
René begint deze wandeling over landgoed Gorp en Rovert in Goirle bij de gedenksteen met het hoofd van Johannes Goropius Bekanius. Hij neemt een kijkje bij het kasteeltje en jachtslot. René baant zich een weg door een veld met koolzaad en komt uit bij de beek De Rovertse Lei. Hij neemt een kijkje in een tiendhoeve uit 1641 en toont daar het uithangbord 'In het paradijs'. Daarna bezoekt hij het jachtslot van Van Puijenbroek en toont hij een kaart met foto's van de Van Puijenbroeks en een opgave van het geschoten wild.
In deze aflevering van De Wandeling staat het Bels Lijntje centraal. René vertelt over natuurbescherming in België en met name Vlaanderen. De tocht begint bij een kruis ter nagedachtenis aan Frans Segers, het boegbeeld van de Vlaamse natuurbescherming. Onderweg komt René onder meer een leeg nest van de grutto en een nest met jonge meerkoeten tegen. Hij loopt langs het station van het Belgische Weelde en neemt een kijkje in het natuurgebied Weelde Statie. Daar vindt hij onder meer de plantjes vilte ganzerik, kleine pimpernel en wilde marjolein. Ook toont hij een nest met rode bosmieren en de grijze zandbij.
René neemt een kijkje in het natuurgebied De Brand bij Udenhout. Eerst vertelt hij hoe hier hoogteverschil is ontstaan door de turfwinning. René valt bijna in het water en vervolgt zijn tocht daarom met lieslaarzen. Hij neemt een kijkje bij het kanaal Zandleij en sopt daarna verder door het moeras. Hij stuit daarna op een knuppelbruggetje, waarna cameraman Leon vast komt te zitten. De wandeling verandert daarna in een vlinderjacht. René gaat met een netje op jacht en stuit op de oranjetip- of peterselievlinder die zeer zeldzaam is. Daarna bekijkt hij een zandwinning en de Leemkuilen met leemputten. De wandeling eindigt als René zich ten ruste legt in het gras.
Fantasierijke afsluiter van het tweede seizoen van De Wandeling. Centraal stond het idee dat er ergens verborgen in Brabant nog bergen en beren te vinden zijn. De Wandeling leidt onder meer langs een beeld van Gerlachus/Ursus. René waadt onder meer op handen en voeten in beek en wil zo de aanwezigheid van beren bewijzen. Dat levert hem natuurlijk een drijfnat pak op. De wandeling eindigt bij een 'bergmeer' in een verborgen vallei. De opnames voor deze nep-aflevering zijn gemaakt in een mergelgroeve bij Gerlacht nabij Valkenburg.
René begint zijn programma deze keer aan de hand van de kaart. Hij laat zien hoe het riviertje De Leij langs en door Tilburg loopt. De wandeling begint bij de Oude Leije en de Donge, waar hij enkele kriebelbeestjes zoals de sabelsprinkhaan en de spinnende of zwarte watertor laat zien. Bij de Tilburgse Waterleidingmaatschappij laat hij zien hoe grondwater door middel van verneveling wordt gereinigd. Daarna beklimt René de watertoren en laat de skyline van Tilburg zien. Vervolgens toont hij de Donge die de woonwijk De Reeshof in Tilburg doorsnijdt. Als afsluiting probeert René nog een golfballetje te slaan.
In deze aflevering wandelt René door 't Heike oftewel Sint-Willebrord. Als eerste bezoekt hij gemeenschapshuis De Lanteern dat in een voormalige kerk gevestigd is. Hij staat even stil bij het standbeeld Bastiaansen, die 'beschaving' bracht in 't Heike. Daarna bezoekt René de katholieke kerk, een exacte kopie van de Rozenkranskerk in Lourdes. Hij toont een schilderij van 'Madonna met kind' van Van Schendel. Hij bekijkt de Lourdesgrot naast de kerk met een stuk van de echte grot in Lourdes. René vervolgt zijn wandeling met het oudste huis in Sint-Willebrord. Daarna gaat hij op bezoek bij wielrenner Wim van Est, die vertelt hoe hij zijn eerste fiets betaalde met smokkelgeld. De aflevering eindigt met de gele trui waarmee Van Est tijdens de Tour de France het ravijn in reed.
Aflevering van De Wandeling rond het thema begraven en cremeren. De aflevering begint bij een grafheuvel uit de Bronstijd bij Knegsel. René gaat met een schop aan de wandel door onder meer maïsvelden. Daarna belandt hij bij de restanten van een kerkje in Knegsel. Vervolgens bezoekt hij een terrein bij Meerhoven waar archeologische opgravingen plaatsvinden. De wandeling eindigt bij het crematorium in Acht waar René onder meer een kijkje neemt bij het columbarium met urnen.
In deze aflevering staat de stadsecologie, de natuur in en rond Breda, centraal. René begint zijn tocht deze keer in stadspark Valkenberg. Daarna loopt hij langs de Bavelse Lei bij Wolfslaar. Dit levert hem een nat pak op en hij wast zelf zijn broek. Daarna begeeft hij zich naar het riviertjes De Bovenmark en De Molenlei. Onderweg komt hij bijzondere plantjes tegen als de ooievaarsbek, de wilde marjolein, het hazepootje en de grote pimpernel. Daarna bezoekt hij de singel met een eiland van slib. Hij toont een wildtunnel waarmee bunzings onder de weg door kunnen. De wandeling eindigt na een bezoek aan de Emerput bij het riviertje De Mark.
In deze aflevering bezoekt René Bastiaanse Batadorp in Best, de wijk die is ontstaan rond de Bata-fabriek.De wandeling begint bij de oude spoorbrug over het Wilhelminakanaal. Daarna komt René in Batadorp terecht waar huizen werden gebouwd voor Bata-medewerkers. Hij bekijkt een typisch Bata-huis ook van binnen. Daarna bezoekt hij de fabriek zelf, waar hij het productieproces van schoenen toelicht.
René bezoekt deze keer het natuurgebied De Plateaux/Hoge Ven op de grens van Nederland en België bij Bergeijk. De aflevering begint in een roeibootje op het riviertje De Dommel. Vervolgens wandelt hij naar het Maas-Scheldekanaal tussen Antwerpen en Luik. René draait een sluis open en laat de vloeiweide zien dat een ingenieus systeem van bewatering heeft. Hij toont enkele libelles en spinnen en het duizend guldenkruid. Hij staat nog even stil bij het kruisbeeld 'De Verkeerde Lieve Heer' waarvan het hoofd van Christus naar de verkeerde kant kijkt. De aflevering eindigt met capriolen van René in een bootje.
René volgt deze keer de bietencampagne in en rond Stampersgat. Hij begint deze keer achter een lekker bakje koffie, waarna hij op een bietenveld gaat kijken hoe de rooimachine haar werk doet. René en cameraman klimmen vervolgens op een bietenkar en rijden naar de suikerfabriek in Stampersgat. Daar volgen ze het proces voor het maken van suiker. De aflevering eindigt in de bestuurszaal van een coöperatieve suikerfabriek uit de negentiende eeuw.
Deze aflevering van De Wandeling draait vooral om boerderijen in Gemert. René bekijkt eerst de woon-stal-boerderij, de oudste boerderijvorm in Brabant. Hij bezoekt onder meer de Ermerhoeve uit de vijftiende eeuw. Hij bekijkt de stal en geeft een uitleg over de constructie van de boerderij. Daarna wandelt hij naar boerderij De Blauwe Kei uit 1734 en vervolgens naar een langgevelboerderij. De tocht leidt daarna naar het geboortehuis van pater Van den Elsen, dat momenteel onderdeel is van het Boerenbondmuseum. Hij neemt een kijkje in het museum en volgt daar de werkzaamheden van een smid. De aflevering eindigt in café De Roskam.
Deze aflevering gaat over kerkenpaden in Waalre. De tocht begint deze keer bij het 'kasteel' van Waalre, waarvan alleen nog de vijver en een boerderij van latere datum over zijn gebleven. René en cameraman Leon worden ingesloten door koeien en vinden hun weg naar het gehucht Loon. Daar laat René bij een boerderij de emmer in een put vallen. In Loon begint ook het pad naar de kerk van Waalre langs een beeldje van twee gilden, het Willibrordus- en het Martinusgilde. De tocht leidt vervolgens langs de Gedachteniskerk in Waalre. René staat onder meer stil bij de namen van gevallenen in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daarna luidt hij de klok en toont hij het graf van de onbekende soldaat. Daarna laat hij nog wat vaandels van de gilden zien en doet hij een poging tot vendelzwaaien. Paul laat vervolgens zien hoe het echt moet. De Wandeling eindigt deze keer in café De Doelen.
René begint zijn wandeling door natuurgebied Maashorst langs de peelrandbreuk bij Uden. Hij vertelt over ijzerhoudend kwelwater en een hoog gelegen moeras en toont een zomereik op de peelrandbreuk en ijzerklompen met ijzererts. Daarna belandt hij in de Maashorst, een natuurgebied dat nog in ontwikkeling is. Daar stuit hij op planten als Sint Jacobs Kruiskruid, akkerviooltje, vlasbekje, onwelriekende piemel (het is echt waar) en duivelsei. Hij staat nog even stil bij de Mondriaanroute, waarna de aflevering eindigt op de hei met onder meer struikheide en bramenstruiken.
In deze aflevering van De Wandeling gaat René op zoek naar monumentale panden die van de sloop werden gered en een nieuwe functie kregen. Zo wordt de Jozefkerk tegenwoordig gebruikt voor 'stijlvolle' feesten en ontvangsten. Het oude Gouvernement biedt nu onderdak aan het Noordbrabants Museum. Daar bezoekt René een tentoonstelling over De Gruyter. Een tweede fabriek van De Gruyter werd gekocht door de Bossche Investeringsmaatschappij (BIM) die er een groot bedrijfsverzamelgebouw van maakte. In een kazerne van voor de Tweede Wereldoorlog is nu het Koning Willem I College gevestigd. René neemt een kijkje in het Koningstheater. Daarna bezoekt hij het terrein van de voormalige munitiefabriek De Kruithoorn. De Wandeling eindigt in een ondergrondse schietpaan waar een Bossche Bol tot ontploffing wordt gebracht.
Deze aflevering van De Wandeling gaat over natuurgebieden in Eindhoven. René Bastiaanse bezoekt het stadsdeel Gestel waar de riviertjes De Dommel en De Tongelreep samenkomen. Hij neemt een kijkje in het natuurgebied Gennep, waar ook het Milieu Educatie Centrum gevestigd is. Nadat hij een typische langgevelboerderij heeft bezocht, eindigt deze aflevering in het Prehistorisch Dorp.
René begint deze aflevering van De Wandeling over bierbrouwerij Bavaria in Lieshout met de wichelroede. Hij loopt langs het Wilhelminakanaal en stuit daar op een schip met gerst. De lading is natuurlijk bestemd voor de brouwerij. Hij neemt een kijkje in de fabriek en toont onder meer oude koperen ketels, een kiemkast voor het mouten van gerst, een brouwhuis met roestvrijstalen ketels en de bottelarij. Tot slot gaat het bier natuurlijk op transport. De aflevering eindigt op een terrein waar Bavaria gaat uitbreiden. Daar zijn archeologische vondsten gedaan, zoals een twaalfde-eeuwse waterput.
René besteedt deze keer aandacht in de visserij in Moerdijk. Hij begint zijn tocht bij straatnaamborden in Geertruidenberg die verwijzen naar de visserij. Vervolgens neemt hij een kijkje bij de zalmschouw, de palingvisserij en de palingrokerij.
In deze aflevering neemt René een kijkje in het bedevaartplaatsje Bokhoven bij Den Bosch, een voormalig ministaatje onder Luiks bestuur. De aflevering begint met beelden van de restanten van een kasteel. Daarna bezoekt René een kerk uit de zestiende eeuw met een praalgraf dat eigenlijk in Antwerpen had moeten staan. Hij staat even stil bij een beeld van de heilige Cornelius, patroonheilige voor leiders aan stuipen, jicht en vallende ziekte. De wandeling eindigt bij een huis voor rechtsspraak.
Deze aflevering over Roosendaal begint op het plaatselijke station. Cameraman Leon staat op het perron en wacht op René die met de trein aankomt. In de Ludwigstraat bekijken ze huizen van rond 1920. René leest een fragment uit het dagboek van Paula Geerts. De uitzending gaat verder met beelden van het centrum met de oude markt, het raadhuis en de Sint Janskerk. Daarna bezoekt René café De Drie Weesgegroetjes, genoemd naar de drie vrijgezelle dochters van de voormalige eigenaar Breugelmans. Hij bekijkt glasnegatieven van foto's die Breugelmans ooit van Roosendaal maakte. De tocht gaat verder naar museum De Ghulden Roos in het Tongerlohuys waar René een fotocamera van Breugelmans toont. De wandeling eindigt in het gebied waar ooit de haven van Roosendaal lag.
René brengt opnieuw een bezoek aan Den Bosch. Deze keer staan de archieven van de stad en de provincie centraal. De wandeling begint in Het Kruithuis. René toont een kaart van Den Bosch in 1649. Daarna gaat de wandeling verder naar het oude kazernegebouw De Citadel, waar de archieven zijn ondergebracht. René laat oude documenten zien en zogenaamde 'hangzakjes' die ooit werden gebruikt om aan te geven dat een rechtszaak nog hangende was. Daarna toont hij het dagboek van voormalig Commissaris van de Koningin De Quay. Sommige documenten tonen de eerste tekenen van verval en René laat zien hoe ze gerestaureerd worden. Bezoekers zijn bezig met stamboomonderzoek. Tot slot vernietigt René een document met 'belastend materiaal' voor zijn familie.
René steekt opnieuw de grens over en belandt in de Belgische havenstad Antwerpen. Hij wandelt langs kasteel 't Steen en door het steegje De Vlaaiengang en vertelt over de hoogbouw in middeleeuwse stijl. Onderweg toont hij gildenhuizen met veel pracht en praal. Hij laat de buitenkant en de binnenkant van het stadhuis zien, waaronder de raadszaal en de trouwzaal. Ook toont hij een plaquette waarmee de gemeente Breda Antwerpen bedankte voor de gastvrije opvang van duizenden Bredanaars die gevlucht waren tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na het stadhuis wandelt René nog langs de ijsbaan en de Onze Lieve Vrouwe Kathedraal waar hij een drieluik van Rubens laat zien.
Deze aflevering over Moerdijk gaat vooral over de industrie, maar begint op de Moerdijkbrug. René toont een kunstwerk dat is gemaakt van de eerste brug over het Hollandsch Diep. Deze brug werd tijdens de Tweede Wereldoorlog opgeblazen door de Duitsers. Verder toont hij een klokkenstoel ter herinnering aan de oorlog en een plaquette ter nagedachtenis aan de verdronken Johan Willem Friso. Daarna verplaatst de aflevering zich naar industrieterrein Moerdijk met veel bedrijvigheid in de haven. De wandeling eindigt bij Afvalverbranding Zuid-Nederland.
René Bastiaanse wandelt deze keer door Willemstad en begint bij de Koepelkerk, de oudste, oorspronkelijk protestantse kerk van Nederland. Het gebouw stamt uit 1607. Vervolgens bezoekt René de begraafplaats met slachtoffers van de watersnoodramp in 1953. Bij een wachthuisje zijn de waterstanden van diverse overstromingen aangegeven. René wandelt verder door de Rozemarijnstraat waar vroeger bordelen gevestigd waren. Daarna bezoekt hij het fort en een munitiegebouw en de aflevering eindigt wandelend door onderaardse gangen.
Het Nederlandse Baarle-Nassau en de Belgische enclave Baarle-Hertog vormen een grensgeval en dus genoeg stof voor een aflevering van De Wandeling. De uitzending begint bij grenspaal 214. De grens loopt dwars door straten en huizen in de beide Baarles. Natuurlijk ontbreekt in zo'n grensgebied ook de seksshop niet. René bezoekt het gebouw van de voormalige Femis-bank en toont de boekenkast die als camouflage diende voor de werkkamer van de directeur, die via die kamer snel van grondgebied kon wisselen. De tocht gaat verder via de brandweerkazerne en het gemeentehuis.
René begint zijn wandeling door Boxtel en Best bij truckerscafé De Nieuwe Ketting. In Boxtel bekijkt hij het politiebureau, de Petruskerk, de markt en Historisch Museum Piet Doorenbosch. Op het station stapt hij op de trein en vanuit de bestuurderscabine toont hij de fly-over bij Boxtel.
Deze aflevering van De Wandeling staat in het teken van het PTT-postsorteercentrum in Den Bosch. De wandeling begint in het Bossche café De Gelaarsde Kat. René volgt het pad dat een brief aflegt te beginnen met het posten en legen van de brievenbus. De brief komt daarna in het sorteercentrum terecht. René legt daar de grote afstanden per step af. Vervolgens wordt de brief bezorgd en wel bij mevrouw Hagedoorn, moeder van cameraman Leon. Die laat René binnen, maar laat haar zoon buiten in een sneeuwbui staan.
Deze keer bezoekt René Bastiaanse in zijn programma het plaatsje Ravenstein. Hij bezoekt het gemeentehuis en de katholieke Sint Luciakerk met een beeld van apostel Matheus. Daarna loopt hij langs een huis van godvruchtige zussen met een gevel in de vorm van een kruis. Hij bezoekt de plek waar ooit een kasteel stond dat in 1818 is afgebroken. Daarna toont hij een rondeel van de oude stadsmuur met daaronder een kruitmagazijn. De wandeling eindigt bij een bunker uit de Tweede Wereldoorlog.
René brengt opnieuw een bezoek aan Breda en besteedt deze keer vooral aandacht aan bijzondere huizen. De wandeling begint dan ook bij de etalage van een makelaar. René toont een aantal fraaie panden net buiten het centrum en villa's bij het Wilhelminapark. Daarna maakt hij een ritje met de voor Nederland unieke paardentram van de Ginnekense Tramweg Maatschappij. Ook aan de Ginnekenweg staan leuke optrekjes. Hij neemt nog even een kijkje bij landhuis Buiten Valkrust uit de zeventiende eeuw en landhuis Mon Plaisir. Vervolgens steekt hij via de Duivelsbrug het riviertje De Mark in Het Ginneken over om zo bij het eindpunt Hotel Mastbosch uit te komen.
In deze aflevering wandelt René Bastiaanse aan de hand van het boek 'Dorp aan de Rivier' van Antoon Coolen door Lith. Zijn tocht door het dorp aan de Maas begint bij de eerste woning van de dokter uit boek en daarna bezoekt hij de officiële dokterswoning. De wandeling leidt verder langs Herberg De Koffiekan dat ook even Moira heette, en Leeggepompt Wiel, waar volgens de legende ooit een levensgrote snoek huisde die over de dijk heen in en uit de Maas kon springen. René bekijkt enkele unieke boerderijen met verwisselde voor- en achterkanten, waarna de tocht eindigt bij de sluizen.
De saaiste stad van Nederland, zo wordt Oss wel eens omschreven. Toch gaat René er wandelen en hij belicht de verschillende industrieën die er zijn ontstaan. Via de Boterstraat en het Margarinepad komt hij uit bij Villa Constance en daarna neemt hij een kijkje bij de Unox-winkel, Organon, Bergoss en bij de overslagterminal in de haven.
In de honderdste aflevering van De Wandeling daalt René Bastiaanse af in de riolering. Eerst bekijkt hij hoe het afvalwater in het riool terechtkomt. Daarvoor licht hij op de Heuvelstraat in Tilburg een putdeksel op en hij volgt hoe het wc-water via een pijp wordt afgevoerd. Daarna daalt hij zelf af in het riool en wandelt hij door een rioolbuis. Bij de waterzuivering in Tilburg bekijkt hij hoe het afvalwater wordt gereinigd, zowel op een mechanische als op een biologische manier. Hij neemt een kijkje bij een bezinkbassin en bij een terrein van de waterzuivering dat natuurgebied moet worden. Deze feestelijke aflevering wordt afgesloten met champagne.
Deze aflevering van De Wandeling leidt René Bastiaanse door het natuurgebied De Rith bij Breda. De uitzending begint met beelden van waterlopen, de Turfvaart en een oude oprijlaan met kastanjebomen. Een vijver als broedplaats van amfibieën herbergt onder meer de Alpenwatersalamander. René toont onder meer een monument ter nagedachtenis aan slachtoffers van een fusillade in 1944. Vervolgens laat hij zien waar de Bijloop en de Turfvaart bij elkaar komen. Onderweg stuit hij op braaksel van een bunzing, waarna hij de aflevering afsluit met Frits de Fret.
Pretpark De Efteling staat centraal in deze aflevering van De Wandeling. René vertelt over de geschiedenis van het park en laat zien hoe de attracties onderhouden worden. In het park bezoekt hij de speeltuin, Holle Bolle Gijs, de kip met de verrassingseieren, het kasteel van Doornroosje, Langnek en de draak. Vervolgens neemt hij een kijkje in het magazijn voor rekwisieten, waarna hij de aflevering afsluit in de achtbaan De Python.
René besteedt in deze aflevering aandacht aan de geschiedenis van de schoenenindustrie in Waalwijk. De tocht begint deze keer op de spoorbrug van het Halve Zolenlijntje dat tussen Den Bosch en Waalwijk lag. In het Leder- en Schoenenmuseum in Waalwijk vertelt hij over het proces om leer te looien. Hij toont vellen van een rog en een slang en bekijkt het depot met een grote verzameling schoenen. Verder neemt hij een kijkje bij de schoenfabrieken Van Schijndel en Van Haren en de ambachtelijke fabriek van Greve. Als afsluiting maakt hij een voetafdruk van zijn eigen voeten.
Omdat deze aflevering draait rond de Teuten in de Kempen, begint René verkleed als zo'n handelsreiziger in koperen potten. Een wandeling over heide en langs vennen leidt naar Streekmuseum De Acht Zaligheden in Eersel. Daar laat hij een gildeschild met afbeeldingen van teuten zien. In het zelfde dorp bezoekt hij een teutenhuis. In Luyksgestel leidt de tocht langs een molen en een kapel uit de achttiende eeuw die is betaald door de teuten. René sluit de tocht af met een glas teutenbier.
Natuurgebied De Groote Peel is het toneel van deze aflevering van De Wandeling. Vanuit een vogelkijkhut bekijkt René dit bijzondere gebied. Hij laat onder meer een broedende kokmeeuw en meerkoet zien. Hij staat ook stil bij de turfwinning waardoor dit gebied ontstaan is en toont een turfkuil en een plaggenhut.
René Bastiaanse bezoekt in deze aflevering de oude vestingwerken van Breda. De wandeling begint bij een schilderij in de hal van het stadhuis. Het schilderij is een kopie van een schilderij van Velasquez. Het toont de overgave van de stad Breda in 1625 aan de Spanjaarden onder Spinola. René bezoekt het natuurgebied achter de Spinolaschans en treft daar een nest met reigerjong en een eendenkooi. Tot slot toont hij de prijs die de heemkundekring uit Terheijden heeft ontvangen voor het opknappen van die eendenkooi.
Deze keer bezoekt René vliegbasis Gilze-Rijen. Niet alleen beelden van vliegtuigen en helikopters, maar ook van natuur: reebokjes, vogelnesten en vennen. Hij wandelt naar de start- en landingsbaan van de vliegbasis en hij praat met vogelman Thies van Keulen die er met zijn alarmpistool voor moet zorgen dat vogels niet voor overlast zorgen. Afsluitend kiest René het luchtruim en bekijkt de basis vanuit een helikopter.
De eerste aflevering van het vierde seizoen gaat over Rucphen. Centraal staat de natuur van Rucphen. René bezoekt onder meer het Rozenven en de heemtuin. Hij praat met José van den Broek en Mans de Jong, de vader van de heemtuin. Beelden van onder meer maretak, waterlelie en havikskruid. Tot slot bezoekt René bosbessenkwekerij Goossens.
De ruïne van een kerk in Dongen is het beginpunt van deze wandeling. Daarna toont René de kerk en de toren uit 1500. Hij bezoekt het Dongha Museum en toont verschillende voorwerpen zoals een draadrecorder en een platenspeler. De wandeling voert daarna naar de duinen van de Seterse Bergen. De tocht eindigt in recreatiepark Surae waar René een koele duik neemt.
René bezoekt Bergen op Zoom. Deze aflevering begint met een kijkersvraag over Bergen op Zoom als 'maagd' oftewel onneembare vesting. Hiernaar verwijst ook schouwburg De Maagd, een voormalige kerk. René toont het verbindingskanaal van de haven met de zee. Hij bezoekt de gedempte haven en wandelt langs de Blauwe Hand, de Teerkamer, het Stadhuis en de Lieve Vrouwepoort en bezoekt de Gevangenpoort uit de veertiende eeuw. Een skelet van een pestslachtoffer is bewaard gebleven en van zijn gezicht is een reconstructie gemaakt. René gaat in op de relatie tussen Bergen op Zoom en Engeland. Namen als Huis Londen, Engelsestraat, het Kleine Engelse Huis en de Engelse Gaerde verwijzen daarnaar. René toont enkele archeologische vondsten, waaronder een unieke oude bril met lenzen en aardewerk. De wandeling eindigt via een lege fabriekshal van het oude metaalbedrijf Holland bij metaalgieterij Bruijs.
De wandeling in Grave begint in de Sint Elisabethkerk waar René onder meer een zerk en het orgel bekijkt. Daarna bezoekt René het stadhuis en het huis met de 365 ramen. De tocht leidt verder langs de Maas, de stadspoort en het domein van de kloveniers. Na een bezoek aan het monumentale pand Het Arsenaal eindigt René zijn tocht bij de Federatie van Nederlandse Blindenbibliotheek dat in Grave boeken inspreekt.
Oosterhout staat centraal in deze aflevering van De Wandeling. René begint zijn tocht bij de kerk en bezoekt daarna het Beveren slotje en kasteel Limburg. De tocht voert verder naar de voormalige slotgracht en het slotpark van Spijtenburg. Daar bekijkt hij enkele beelden. De wandeling eindigt bij de ruïne van de kasteeltoren.
René wandelt deze keer naar Riel en bezoekt de Regte Heide die in bloei staat. Hij neemt een kijkje bij bijenkasten met honingraten en spreekt met een imker. Tot slot bezoekt hij het bijenlaboratorium op de Ambrosiushoeve.
René Bastiaanse bezoekt deze keer de Katholieke Universiteit Brabant (KUB) in Tilburg en bekijkt daar een beeld van koningin Beatrix en neemt een kijkje in de portrettenzaal. Vervolgens mag hij als 'hoogleraar' plaatsnemen in een collegezaal. In de bibliotheek toont hij een oude kaart van Brabant, foto's van Martin Koppens en enkele antieke boeken. In het Brabants Filmarchief laat hij een film over een bejaardentehuis zien.
René's wandeling door Princenhage bij Breda begint in een bloemenkwekerij. Op begraafplaats 't Haagveld bekijkt hij de grafzerk van de zoon van Louis XVII. De tocht leidt verder langs een kapel en een hoog huis dat van oorsprong het poortgebouw van een kasteel was. René bezoekt verder de Haagse Beemden met een Vlaamse schuur en voormalige pachtboerderijen. Op landgoed De Burgst bekijkt hij het landhuis van de familie Smits van Burgst en toont hij een portret van Smits.
De gemeente Cranendonck, het onderwerp van deze wandeling, is ontstaan door de samenvoeging van Budel en Maarheeze. De tocht begint op vliegveld Budel en René toont Cranendonck vanuit een vliegtuigje. René bezoekt de baronie Cranendonck met bossen en schapen. In Maarheeze toont hij het voormalige gemeentehuis. De tocht leidt verder naar landgoed Cranendonck en een proefboerderij/praktijkcentrum van de Universiteit van Wageningen voor melkveehouderij op zandgebieden.
René bezoekt Diessen en legt uit wat de band van dit dorp is met Hercules. Die heeft een standbeeld in dit dorp te danken aan de vondst van een Romeinse munt met zijn afbeelding. René wandelt langs de kerk en het kerkhof en bezoekt de basisschool waarvan enkele kinderen een vraag hebben ingestuurd over landgoed Annanina's Rust. Na een bezoek aan een pestkerkhofje eindigt deze aflevering op het voetbalveld.
In Geldrop bezoekt René de trouwzaal in het kasteel. Hij staat even stil bij een schilderij van Teun Gijssen. Hij wandelt verder langs de kerk met zijn typische koepel. Daarna bezoekt hij het Sint Annaziekenhuis waar hij spreekt met chirurg Cees-Rein van den Hoogenband die vaak geblesseerde sporters behandelt. De aflevering eindigt bij de Hut van Mie Pils.
Deze aflevering van de Wandeling gaat over de geschiedenis van 's-Gravenmoer. René toont een doosje met het opschrift 's-Gravenmoers Turfke. Hij neemt een kijkje bij boerderij Ravensbos. Ook toont hij hoe wilgen geknot worden. In de katholieke kerk laat hij het orgel zien.
Deze aflevering over Sint Anthonis gaat onder meer over kunst. Een kijker vraagt waarom er zoveel kunst is in Sint Anthonis. René toont vervolgens enkele kunstwerken in het gemeentehuis. Ook laat hij een astrologische klok met sterrenbeelden zien. Verder brengt hij een bezoek aan de galerie en werkplaats van kunstenaar Jules Baltussen. De rest van deze aflevering gaat over paarden, bijvoorbeeld over paardenmelk. René bezoekt een stoeterij met Friese paarden en gaat zelf ook een stukje rijden. De uitzending eindigt met een springconcours voor jonge ruiters.
René Bastiaanse wandelt deze keer door Den Dungen, maar de eerste kijkersvraag komt vanuit het provinciehuis in Den Bosch. Beelden van het dorp in mist gehuld. René wandelt over akkers en bezoekt een pierenfokker. Hij toont het raadhuis en de kerk. Hij bezoekt het museum van Jo en Riek van der Heijden dat gewijd is aan dertig ambachten. Als afsluiting toont hij een mal om doodskisten te maken.
René bezoekt deze keer Raamsdonksveer. De aflevering begint met een vraag over de carnavalsnaam van deze plaats: Faantenland. René bekijkt een beeld van Sint Bruno. Hij bezoekt het Nederlands Automobiel Museum met een verzameling oldtimers. Hij laat een hek zien uit de voormalige Diergaarde Rotterdam. Hij toont 'Dutch' met verstelbare koplampen en stuur, Amerikaanse auto's, de Cadillac van Elvis Presley en de auto van James Bond in de film Goldfinger. The Swan is een auto in de vorm van een zwaan. Na dit museumbezoek wandelt hij naar de Noorse geschenkwoning, een houten huis data als noodwoning werd geleverd na de watersnoodramp. Als afsluiting zingt een muziekgezelschap over 'De moord van Raamsdonk'.
Halsteren staat centraal in deze aflevering van De Wandeling. De kijkersvraag die deze keer wordt gesteld aan de rand van het Zoommeer, gaat over de naam van de Schelde. René toont een hoeve die de watersnoodramp van 1953 overleefde. Daarna bezoekt hij de Sint Martinuskerk. Hij toont een monument dat herinnert aan de watersnood. In de Quirinuskerk staat hij even stil bij een beeld van de heilige Maarten en bij de doopvont. De aflevering eindigt in de slaapkamer van het huis van tante Jo.
René loopt deze keer door Oisterwijk. Hij bezoekt onder meer het raadhuis en spreekt daar met bode Tinie Phillipsen. René staat even stil bij het gemeentewapen. Daarna bezoekt hij de keuken van restaurant De Swaen waar het personeel druk aan het werk is. Via een beeld van Onze Lieve Vrouwe komt René uiteindelijk in de Petruskerk terecht.
De wandeling van deze keer leidt door Steenbergen en begint bij het gemeentehuis. René loopt door het regenachtige centrum naar de haven. In een grote foto-ontwikkelcentrale volgt hij het productieproces. Foto's worden er machinaal ontwikkeld. In de kerk bekijkt hij een fresco. René gaat op bezoek bij schilder Hans Hazenbroek die een portret tekent van een model. De aflevering eindigt in gasterije La Frairie.
Deze aflevering over Sint-Oedenrode begint bij de Dommel. René wandelt via de Moerkuilen naar kasteel Henkenshage. Hij toont portretten van oude bewoners. Bij de Martinuskerk wandelt hij over de begraafplaats in kruisvorm. Daar toont hij onder meer het graf van Wilhelminus Marinus Bekkers, ooit bisschop van Den Bosch. Bij de boerderij van familie Van Bree neemt hij een kijkje bij de koeien en de pinken in de stal. De aflevering eindigt in het Jukeboxmuseum.
René bezoekt in het Land van Altena de plaats Andel. Hij begint bij een dijkwoning en wandelt via veerhuis De Zwaan en een oude aanlegsteiger naar restanten van landgoed De Hof. Daarna bezoekt hij een speelgoedwinkel en enkele boerderijen. Hij toont het graf van burgemeester Van der Schans en dat van Jan Klaasen. Hij laat de kerk met de bakstenen torenspits zien. Hij bekijkt de binnen- en buitenkant van het voormalige maagdenhuis waarin nu een notariskantoor gevestigd is. Tot slot bezoekt hij melkgeitenhouderij 't Boerenhof waar net een lammetje geboren wordt.
René wandelt deze keer in Heeswijk en brengt een bezoek aan de Abdij van Berne. Hij bekijkt zowel de buiten- als de binnenkant van dit gebouw en werpt onder meer een blik in de Drukkerij Van Berne.
René beweegt zich opnieuw in het grensgebied met België. Deze keer gaat de uitzending over het smokkelpad. René staat onder meer stil bij een grenspaal in Mol. Midden in de akkers stuit hij op een kruis voor de neergeschoten Belgische smokkelaar Jan Jozef Beyens. Hij laat een kraaienpoot zien. Als afsluiting heeft hij in een café een ontmoeting met smokkelaar Thijs.
René begint deze aflevering over Asten met een bezoek aan het Nationaal Beiaard- en Natuurmuseum. Hij laat daar verschillende klokken zien. Daarna brengt hij een bezoek aan Koninklijke Klokkengieterij Eijsbouts waar klokken worden gemaakt. Beiaardier Arie Abbenes bespeelt een carillon in de kerk. Daarna wordt het gieten en bijslijpen van een bronzen klok getoond. Die wordt vervolgens gestemd. René bezoekt daarna een terrein voor openluchtdiensten. Hij sluit de uitzending af in de kerk van Ommel.
René bezoekt heilige plaatsen in Hoeven. De uitzending begint toepasselijk in het Heiligstraatje. Hij wandelt langs het voormalig priesterseminarium, nu congrescentrum Bovendonk. Hij bekijkt de glas-in-loodramen. Daarna bezoekt hij Bosbad Hoeven. Hij haalt weer natte voeten als hij uit een waterfiets stapt. Vervolgens wandelt hij verder naar sterrenwacht Quasar waar hij een stuk van een vallende ster laat zien. De uitzending eindigt met beelden van Jupiter.
De aflevering over Veghel gaat vooral over verkeer. René laat de verschillende verkeersaders in Veghel zien. Hij bezoekt een bedrijf dat verkeersborden maakt en neemt een kijkje in de plotterruimte waar de borden worden uitgesneden Vervolgens maakt René een ritje met een bus uit 1962. Hij haalt natte voeten bij de Zuid-Willemsvaart en bekijkt daarna het nabijgelegen industrieterrein en de haven. Hij staat even stil bij een oorlogsmonument. Hij bekijkt een spoorlijn, het voormalige Duits Lijntje. Tot slot neemt hij een kijkje op de plek waar de verlenging van de snelweg A50 wordt aangelegd.
René bezoekt deze keer Eindhoven Airport en Vliegbasis Eindhoven. De uitzending begint op de Vinex-locatie Meerhoven. Hier lag ooit vliegveld Meerhoven. Op Eindhoven Airport bekijkt hij hoe vliegtuigen worden gespoten. Bij het informatiecentrum bekijkt hij hoe een beveiligingssysteem op de computer de routes van vliegtuigen precies volgt. Op Vliegbasis Eindhoven bekijkt hij straaljagers, waaronder een F16. Ook kijkt hij hoe de Royal Netherlands opstijgt. Vervolgens gaat hij aan de slag als pakwerker bij het hondenkennel en wordt hij door een hond aangevallen. Tot slot neemt hij een kijkje in de cockpit van een Hercules-transportvliegtuig.
René gaat even vreemd in Gorinchem. Hij maakt per veerpont de oversteek naar Sleeuwijk. De kijkersvraag gaat over de relatie tussen de brug over de Merwede (A27) met het veerbootje. In Sleeuwijk bekijkt hij een oude peilschaal om de waterstand te meten. Mooie plaatjes van het Brabantse landschap in het Land van Heusden en Altena. René loopt over het graf van een predikant en vertelt over een oud kerkboek met 'schandelijke' verhalen. Hij bezoekt een basisschool in Oudendijk en neemt daar een presentielijst uit 1926 door. Hij wandelt naar een gebouw waar tussen 1878 en 1934 een schooltje zat. De wandeling eindigt in een café in Gorinchem.
De wandeling door Overloon begint in een kerk. Daarna wandelt René naar een oude boerderij met schuilkelder, de bloedbeek en de Mariakapel. René bekijkt een Sherman-tank en brengt een bezoek aan het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum waar hij een geschenkuitvoering van het boek 'Mein Kampf' laat zien. Daarna bezoekt hij Zoo Parc Overloon en laat enkele dieren zien: doodshoofdaapjes, uilen, walibi's en lama's.
René Bastiaanse bezoekt Loon op Zand en bekijkt samen pastoor Aarden de kerk met zijn glas-in-loodramen. De tocht leidt verder naar het witte kasteel. René bekijkt wat plantjes, waaronder narcissen, de bosanemoon en de pinksterbloem. Op de Loonse Duinen staat hij stil bij de 'oudste' boom. Hij praat met keverkenner Dre Teunissen en laat de groene zandloopkever en de strandzandloopkever zien.
René bezoekt in twee afleveringen een reeks landgoederen in de buurt van de Belgische grens. Hij begint op de Rovertsche Heide bij Esbeek. Op landgoed Oranjebond bekijkt hij de boswachterswoning van de Orde van Oranjebond. Daarna bezoekt hij het voormalig zomerhuisje van kunstenaar Andres Schotel en hij bekijkt enkele van zijn etsen. Onderweg staat hij even stil bij een bosuil, de moeraswolfsklauw en veenmos. Op landgoed Nieuwkerk bekijkt René onder meer een grafmonument.
René vervolgt zijn tocht langs een aantal landgoederen in Alphen. Op landgoed De Hoevens bekijkt hij onder meer een waterput, een Vlaamse schuur en een bosmeer. Hij wandelt langs het beekje de Oude Lei en bekijkt een grafheuvel. Op landgoed Ooijevaarsnest bezoekt hij onder meer een pestkerkhof.
René begint zijn wandeling door Sint-Michielsgestel bij het Oudheidkundig Museum. Daar laat hij onder meer een badschraper, oude munten, glas en potten zien. Daarna bezoekt hij het Instituut voor Doven en volgt hij een training in gebarentaal voor doofblinden. Vervolgens neemt hij een kijkje in de hostiebakkerij van het doveninstituut. Tot slot gaat hij golfen op golfclub De Dommel.
Bergeijk staat deze keer centraal in De Wandeling. De uitzending begint bij sociaal-cultureel centrum De Kattendans en René laat een beeld van drie katten zien. Daarna toont hij archeologische vondsten in het Eicha-museum en neemt hij een kijkje bij de galgenheuvel met praalgraf. Vervolgens wandelt hij naar de begraafplaats, het klokkenhuis en de kerk. Hij stopt even bij de bushalte die Gerrit Rietveld ontworpen heeft en brengt een bezoek aan Weverij De Ploeg. Hij sluit de aflevering af bij de Vereniging van Amateur Wijnmakers die laat zien hoe ze wijn maakt.
René Bastiaanse bezoekt deze keer Dussen. De aflevering begint met beelden van Siberische husky's die een slee voorttrekken. Bij het kasteel van Dussen laat hij onder meer een harnas zien. De tocht leidt verder via de Bergsche Maas naar de Witte Molen waar een bedrijf voor kleindiervoeders gevestigd is.
René bezoekt voor de tweede keer Oirschot. Deze keer staan het geloof en bier centraal. René begint zijn wandeling in de theeschenkerij van Elsbeth Harting die een kijkersvraag heeft. Die vraag leidt naar het museum over de geschiedenis van de Karmelietessen. René toont enkele relikwieën en het alziend oog van Maria Margaretha. Via de Oirschotse Stoel komt René bij bij de Kroon Bierbrouwerij terecht, waar hij een rondleiding krijgt. Hij krijgt zowel de oude als de nieuwe brouwerij te zien. De aflevering eindigt bij de plaatselijke handboogschietvereniging.
Opnieuw een wandeling in België, deze keer door het natuurgebied Zoniënwoud vlakbij Brussel. De tocht leidt langs spinnenwebben, gele lissen, torretjes, wilde hyacinten, wolfsbessen en gele lissen.
René gaat in Tilburg op zoek naar de sporen van koning Willem II (1792-1849). De vorst en de stad zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In de periode dat hij regeerde was Willem II vaker in Tilburg te vinden dan in Den Haag. In de stad zijn onder meer een straat, een school en een voetbalclub naar hem genoemd. René neemt een kijkje bij het tuinhuis ofwel plezierhuis van Willem II. Het wordt momenteel bewoond door de familie Molenkamp, familie van de bekende schilder Nico Molenkamp die een paar jaar terug is overleden. Willem trok zich hier vaak terug om uit te blazen. Verder gaat René kijken bij het Paleisraadhuis. Het staat midden in het centrum van Tilburg. Willem II liet het tussen 1847 en 1849 bouwen als zijn paleis. Hij legde zelf de eerste steen. De stijl, een romantische vorm van neogotiek, leerde hij tijdens zijn verblijf in Engeland kennen. Zelf heeft hij er nooit gewoond. Na een periode van leegstand werd het aan de gemeente geschonken onder voorwaarde dat er een school zou komen.
In deze aflevering van De Wandeling staat het natuurgebied Stippelberg bij het Peeldorp De Rips centraal. Pas honderd jaar geleden kwam er verandering in het landschap van de noordelijke Peel. Uitgestrekte heidevelden en zandverstuivingen werden ten koste van veel bloed, zweet en tranen omgetoverd in bossen en cultuurgronden. René vertelt over de grensconflicten tussen Bakel en Venray. Een schepen uit Venray verplaatste op eigen houtje een grenspaal een eind naar het westen toe. Op die manier stal hij land van Bakel. Verder heeft René het over de Heidemaatschappij en Houtvesterij De Peel. De Heidemaatschappij, opgericht in 1888, kreeg eind 19e eeuw van een aantal grondbezitters in de noordelijke Peel hun woeste gronden in beheer. Dit om deze te ontginnen tot bos en cultuurgrond. Het geheel heette Houtvesterij De Peel, welk gebied al spoedig het paradepaardje van de maatschappij werd. Verder probeert René de 'Blikken Emmer' te beklimmen, een boom met een emmer die diende als uitkijkpunt.
In deze aflevering van De Wandeling gaat René Bastiaanse naar Cuijk. Cuijk koestert haar verleden. Dat is dan ook de reden dat hier veel musea te vinden zijn, weliswaar klein en bescheiden. Een aantal van die musea gaat René bekijken. Zo gaat hij naar het Tuigleerstraatje waar de oorsprong lag van leerlooierij Regouin en waar nu het Leerlooierijmuseum is gevestigd. Er waren in Cuijk ooit elf leerlooierijen, allemaal familiebedrijven. Een van die looierijen was van de Franse familie Regouin: Royal Regouin International. Het bedrijf startte in 1838. Verder neemt René een kijkje bij het Ceuclum Museum. Cuijk werd al bewoond in de Oude Steentijd, rond 8000 voor Christus. Er zijn vuurstenen en andere zaken uit die tijd gevonden. De Romeinen noemden Cuijk Ceuclum. Het museum, gevestigd in de oude toren, houdt deze oude naam in eren. René gaat ook op bezoek bij het Amerika Museum in de schouwburg. Het is een volkenkundig museum met een uitgebreide collectie. Tot slot neemt René een kijkje in het klooster.
In deze aflevering van De Wandeling gaat René Bastiaanse naar een ander land. Een land waar kinderen de baas zijn: Het Land van Ooit. Dit attractiepark in Drunen bestaat sinds 1989, Anna Domino 1. Jaarlijks komen er zon 350.000 mensen op statiebezoek. Je koopt er geen toegangskaart maar een visum. Een plattegrond heet er landkaart. René vertelt over de Ooitse geschiedenis. Het land werd bestuurd door een edel grafelijk paar, Graaf Wildebras en Gravinne Rondalia. Samen leefden ze te midden van de blije Ooiters gelukkig in het dromerig roze kasteel. In het bos woonde de stinkende ridder Stor de Bostor. Hij was verschrikkelijk verliefd op Gravinne Rondalia. Maar omdat hij haar liefde niet kon krijgen veranderde hij de Graaf en Gravinne in zwanen. We zien ook het roze kasteel d’Oultremont. Vroeger waren de bakstenen rood geverfd en de voegen wit. Er is heel wat over te doen geweest maar uiteindelijk stemde Monumentenzorg toch in met de sprookjesachtige, roze kleur. Verder ontmoet René een aantal bewoners.
In deze aflevering van De Wandeling gaat René Bastiaanse naar Nederwetten en omgeving. Hij gaat onder meer naar het eiland van Hooidonk. Hier stond vroeger het augustinessenklooster, een particulier klooster. Graaf Arnulphus van Rode kreeg in 1146 toestemming om een klooster te stichten. Hij kreeg de toestemming op voorwaarde dat het klooster bij de stichting zoveel goederen meekreeg dat het zichzelf kon bedruipen. Het klooster was een familieaangelegenheid van de familie Van Rode. De eerste drie nonnen die intraden waren alle Van Rodes. Verder vertelt René over het wonder van Hooidonk. Dit wonder gaat hij bekijken in de Lambertuskerk in Nederwetten. Tot slot gaat René naar Nuenen. Daar vertelt hij over de liefdesrelatie tussen Vincent van Gogh en Margot Begemann. Vincent heeft een slecht liefdesleven gekend. Hij was diverse malen in zijn leven verliefd maar in de meeste gevallen zagen de vrouwen hem niet zitten. Maar in Nuenen was er toch een vrouw die eerst op hem viel, "La seule femme qui aimait”.
In deze aflevering van De Wandeling gaat René Bastiaanse van kasteel naar kasteel in de gemeente Laarbeek. De gemeente Laarbeek bestaat uit de kernen Aarle-Rixtel, Beek en Donk en Lieshout. René begint in Beek en Donk bij kasteel Eickenlust (privé-eigendom). Vroeger was het kasteel het middelpunt van de heerlijkheid Beek en Donk dat vroeger Beeck bij Aerle heette. Het kasteel ontleende zijn naam aan de talrijke eiken die er vroeger stonden. Via het Hagel Kruis en boerderij Vagevuur in Aarle-Rixtel komt René bij kasteel Croy, ook in Aarle-Rixtel. Het kasteel wordt voor de eerste keer genoemd in 1477, wanneer Jacob van Croy het kasteel koopt. In 1172 kwam het kasteel in bezit van Jan Antony van der Brugghen die het vooral van binnen liet verfraaien. Zijn halfbroer Johan nam het kasteel in 1778 over. Deze Johan was een fanatiek schaapsfokker. Zo liet hij een echte Spaanse schaapskooi bouwen. Die staat vlakbij het kasteel en René gaat bij de kooi kijken.
In deze aflevering van De Wandeling vertelt René Bastiaanse over de heksenvervolgingen in Mierlo, Lierop en Asten. In september 1595 werden in Peelland bijna twintig vrouwen als tovenares op de brandstapel gebracht. Zeven van hen kwamen uit Lierop en acht uit Asten. Ze werden het slachtoffer van de vervolgingsdrang van de heer van twee dorpen: Erasmus van Grevenbroeck. In de bibliotheek van Mierlo toont René een bijzonder boek, de Malleus Malificarum (ook wel De Heksenhamer genoemd). Verder gaat René naar de Hoenderboom op Strabrechste Heide. Hier vertelt René hoe de vrouwen per kar naar de brandstapel buiten het dorp werden vervoerd, aan een stam of kruis gebonden, gewurgd en in het vuur gegooid werden. Tot slot neemt hij een kijkje bij het kasteel in Mierlo. Dit kasteel heeft een belangrijke rol vervuld in de geschiedenis van Asten. In 1595 trouwde Catharina van Brederode, die de heerlijkheid Asten in leen had, met Bernard van Merode. Hij ontpopte zich tot een fervent heksenvervolger.
In deze aflevering van De Wandeling loopt René Bastiaanse langs de route van de Peel-Raamstelling. Dat was een verdedigingslinie uit de Tweede Wereldoorlog, die liep van Grave door Brabant naar België. Hij bezoekt een paar van de driehonderd bunkers die langs de route staan. De meeste bunkers zijn trouwens al weg. René gaat langs een deel de route met aangepast vervoer: een zijspan uit de Tweede Wereldoorlog.
In deze aflevering van De Wandeling wandelt René Bastiaanse van Engelen naar Empel. In 1971 werden de gemeenten Engelen en Empel geannexeerd door Den Bosch. Dit leverde weer grond op voor nieuwbouw. In Haverleij, een van de nieuwste Bossche wijken, begint De Wandeling. Niet zomaar een wijk maar een met kastelen en een slot. René gaat kijken bij het onlangs opgeleverde kasteel Zwaenenstede. Een complex van 55 woningen, ontworpen door de Florentijnse architect Adolfo Natalini. Via het oude dorp Engelen komt René aan bij de Genietroepen van de Koninklijke Landmacht. In Den Bosch is de pontonniersschool gevestigd. Hier wordt onder meer les gegeven in het aanleggen van bruggen. Via Oud-Empel, zeer oud Empel en Empel belandt René in het nieuwe Empel. Hier wordt nu volop gebouwd. Empel telt nu ongeveer 700 woningen. Straks zullen dat er 1800 zijn, bijna drie keer zoveel. René eindigt deze wandeling op een heel bijzonder kasteel.
In deze aflevering van De Wandeling gaat René Bastiaanse wandelen in Deurne en dat doet hij in de voetsporen van Antoon Coolen. Antoon Coolen werd in 1879 geboren in het Limburgse Wylre. Toen hij zes was verhuisde de familie Coolen naar Deurne. René neemt een kijkje bij het huis van de romancier en onderwijzer Hendrik Ouwerling. Coolen groeide op met als buurman Ouwerling. Die had een omvangrijke bibliotheek waar Antoon Coolen vrijelijk toegang had. Door bemiddeling van Ouwerling kreeg Coolen een baantje als volontair letterzetter bij een Helmondse drukkerij. Zijn eerste Peelromans uit de jaren '20 deden veel stof opwaaien. Ze hadden voor die tijd en zeker voor katholieken een zeer gedurfde inhoud. In het straatje de Wever, vroeger heette het De Wiemel, vertelt René een stuk na van de roman 'De Goede Moordenaar'. De Roman is gebaseerd op een waar gebeurde moord in 1910. René eindigt in grand-café Beekman & Beekman. Hier vertelt René over de roman 'Herberg In 't Misverstand'.
In deze aflevering van De Wandeling gaat René Bastiaanse een stadswandeling maken. Dit doet hij in een Oranjestad dertig kilometer van zowel Tilburg als Breda. Een probleem: het ligt niet in Brabant maar in België. René gaat wandelen in de hoofdstad van de Kempen, Turnhout. In 1212 kreeg de stad stadsrechten van Hendrik I, hertog van Brabant en werd uitgeroepen tot Stadt ende Vrijheit. De Wandeling begint bij Kasteel Hertogen van Brabant. Turnhout is ontstaan en verder uitgebreid vanuit het kasteel. Het kasteel werd opgezet als een ruim en versterkt jachtverblijf van de hertog van Brabant. In het kasteel zijn nu een rechtbank en vredegerecht gevestigd. Vervolgens gaat René naar het begijnhof. Vermoed wordt dat het begijnhof eind dertiende eeuw is gesticht. De meeste begijnen kwamen uit de regio Brabant. In 1998 werd het begijnhof door de Unesco erkend als waardevol cultureel werelderfgoed. Het laatste begijntje, een Nederlandse, stierf in januari van dit jaar.
In deze aflevering van De Wandeling gaat René Bastiaanse naar de Poolse hoofdstad in Nederland: Breda. Na de Tweede Wereldoorlog zijn zo'n 300 veteranen niet meer terug gegaan naar Polen maar een nieuw leven begonnen in Breda. René gaat naar het Generaal Maczek Museum, gevestigd in een van de gebouwen van de Trip van Zoudtlandtkazerne. De troepen van generaal Maczek speelde een belangrijke rol bij het verdedigen van de Bergsche Maas. De dankbaarheid naar de Poolse pantserdivisie heeft altijd stand gehouden en om de bevrijding van Breda door de Poolse pantserdivisie niet te vergeten werd in 1981 een stichting opgericht met de naam: Museum Breda Polen 1939-1945. Later heeft generaal Maczek zijn naam aan het museum gegeven. Via het Wilhelminakanaal gaat René naar het Sint Joost kapel. Dit kapel in het hartje van de stad, ook wel bevrijdingskapel genoemd heeft een grootse herinnering aan de bevrijders van Breda. De Wandeling wordt afgesloten met een optreden van dansgroep Mazur.
Deze aflevering van De Wandeling begint bij de Flying Pins, het opvallend kunstwerk aan de kop van de John F. Kennedylaan in Eindhoven. Misschien staan ze wel symbool voor de bouwwoede die momenteel in Eindhoven heerst. Een plek waar op dit moment ook veel gebouwd wordt, is de Technische Universiteit Eindhoven. In deze Wandeling gaat René Bastiaanse aan de wandel over de campus van deze universiteit. Aanleiding voor de grootscheepse verbouwingscampagne is het feit dat verschillende TU-gebouwen niet meer voldeden aan de eisen van deze tijd. Sinds de jaren zeventig is de studentenbevolking in aantal sterk veranderd. We komen het terrein op via het Limbopad. Dit is namelijk de kortste weg tussen het NS-station en de campus. Het pad is spiksplinternieuw. Zo nieuw zelfs dat het nog niet helemaal af is. De naam Limbopad heeft te maken met de mensen die over dit paadje naar de TU wandelen en fietsen: voornamelijk Limburgers. René neemt een kijkje bij de faculteit Technische Natuurkunde.
De aflevering begint met een bezoek aan het Oertijdmuseum De Groene Poort. Daarna maken René en Leon een kanotochtje over de Dommel. René vertelt over Kasteel Stapelen en over het Was- en Strijkmuseum.
In deze aflevering van De Wandeling gaat René Bastiaanse naar het Paleiskwartier in Den Bosch. Een nieuw stadsdeel op een oude, eerder bebouwde locatie. Via de passerelle over de perrons komt René bij het Leonardo da Vinci plein aan. Aan deze kant van het spoor moest een fietsenstallingmuur ontworpen worden. Daarvoor werd grafisch ontwerpster Ellen Spanjaard aangetrokken. Zij zocht in het werk van Leonardo da Vinci en vond een schetsblad waarop een rebus was afgebeeld. Tegenover de fietsenstalling bevindt zich het Informatiecentrum waar een grote maquette staat. Aan de hand daarvan geeft René een duidelijk beeld van het hele gebied. Via het stedelijk gymnasium en het Westerpark komt René bij de Armada aan. De Armada is ontworpen door de Londense architect Anthony McQuirck. Op de dag dat McQuirk het terrein bezocht om te zien wat de bouwlocatie was voor zijn ontwerpen, stond er een harde wind en af en toe brak de zon door de hoge stapelwolken. Deze typisch Hollandse weersomstandigheden inspireerden.
René Bastiaanse gaat naar de Koepelgevangenis in Breda. De Bredase regenten waren gecharmeerd van de koepelbouw om de volgende redenen: Ze vonden een koepel mooi, een koepel was opvallend en koepelbouw was 50.000 gulden goedkoper dan de bouw van een gangbare gevangenis. In september 1885 was de gevangenis zover klaar dat het publiek een kijkje kon nemen. Gevangenen kregen de bezoekers nog niet te zien; die zouden pas in het volgende voorjaar het gebouw in gebruik nemen. De Koepel is een Huis van Bewaring. verdachten van een misdrijf worden na een verblijf op de arrestantenafdeling op het politiebureau naar een huis van bewaring overgebracht om daar op hun rechtszitting te wachten: het voorarrest. Als ze een celstraf krijgen opgelegd zijn er twee mogelijkheden: - De veroordeelde moet maximaal drie maanden 'zitten'. Dat doet hij in een huis van bewaring. - Hij moet langer dan drie maanden 'zitten' en verhuist naar een gevangenis. De penitentiaire inrichting bestaat uit twee inrichtingen.
In deze aflevering gaat René Bastiaanse naar de Sint-Jan in Den Bosch. Deze Wandeling staat in het teken van kerst. Zo vertelt René bij de Sint-Annakapel het verhaal van Anna en Joachim, de vader en moeder van Maria dus de opa en oma van Jezus Christus. Vervolgens gaat René naar de kerststal. Al jaren lang wordt elk jaar in de Sint-Jan een enorme kerststal gebouwd. Vele vrijwilligers zijn weken bezig. Bijzonder van deze kerststal is de hele verzameling opgezette dieren. De meeste van de opgezette beesten zijn geschonken door Bosschenaren. De kerststal is tot en met 12 januari te zien in de Sint-Jan. Via de Sacramentskapel gaat René kijken bij de restauratie van het hoogkoor. Na vijftien jaar moest de kathedraal opnieuw in de steigers. Het verval wordt veroorzaakt door de inwerking van natuur en klimaat. Maar het verval ligt deels ook al besloten in de stenen zelf. Uit onderzoek is gebleken dat bij het herstel van de Sint-Jan door de eeuwen heen wel 33 verschillende soorten natuursteen zijn verwerkt.
In deze aflevering van De Wandeling gaat René Bastiaanse naar de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda. De stad heeft een lange militaire traditie. Het was het bolwerk van de Oranjes in de Tachtigjarige Oorlog. Het was een garnizoensstad in de eeuwen daarna en sinds het begin van de negentiende eeuw ook de stad waar de officieren van het Nederlandse leger werden opgeleid. En nog steeds, want sinds 1828 zit de KMA in het kasteel van Breda. Daar komen onze kolonels en generaals vandaan. En die KMA die viert feest want ze bestaan dit jaar 175 jaar. Nadat Hendrik III Heer van Breda was geworden, gaf hij de opdracht om de oude stadsmuren te slopen en Breda te voorzien van een geheel nieuwe omwalling met twaalf bastions en grote stadspoorten. Voor zijn eerste vrouw liet hij een optrekje neerzetten, het kasteel van Breda. Dit is sinds 175 jaar het gebied van de KMA en het grote voorplein heet de Parade omdat hier vroeger de appels voor de cadetten werden gehouden en tegenwoordig de vlaggenparades.
Deze en de volgende wandeling staan geheel in het teken van de Zuid-Willemsvaart. Het kanaal werd onder leiding van Koning Willem I, ook wel kanalenkoning genoemd, in slechts vier jaar tijd, tussen 1822 en 1826, gegraven. René begint deze wandeling in Limburg. Via sluis 15 vaart hij Brabant binnen. Bij sluis 15 gaat hij kijken bij de waterkrachtcentrale. Hier wordt groene stroom opgewekt. Verder gaat René kijken bij sluis 13 waar ze de sluis aan het vernieuwen zijn. Bij sluis 12 verlaat René de boot en gaat wandelend verder naar containeroverslagbedrijf Van den Ouden in Helmond. Daar gaat hij zelf proberen een container van schip te halen. Tot slot gaat René naar sluis Helmond. Daar worden zeven Brabantse sluizen bediend.
In deze aflevering van De Wandeling gaat René Bastiaanse wandelen door het gebied in Brabant dat al eeuwenlang in de ban van het water is. In Fijnaart-Heijningen en omgeving heeft de watersnood van 1953 enorm huisgehouden. René vertelt hoe de mensen zich al eeuwenlang tegen het water te weer hebben gesteld en hoe ze zich permanent vestigden in de dorpen die ontstonden. Bij het gehucht Zwingelspaan ligt de oudste polder rond Fijnaart-Heijningen: de Oude Fijnaart Polder. In dit destijds nog vrij onherbergzame gebied en haar omgeving begon wonderlijk genoeg de rijkdom van de Oranje-Nassaus. De naam van het gehucht herinnert aan de vlasbouw die hier plaatsvond na de inpolderingen. Bij de bewerking van het vlas werd een zwingelspaan gebruikt. Voor de ramp van 1953 zijn er al minstens twintig watersnoodrampen van grote omvang geweest. De meest omvangrijke waren de Sint-Elisabethsvloed van 1421, de Allerheiligenvloed van 1570 en De Sint Ignatiusvloed van 1 februari 1953.
In deze Wandeling het tweede deel van de Zuid-Willemsvaart. René begint in Beek en Donk bij de Schabbert. Behalve dat er schepen over de Zuid-Willemsvaart gaan, wordt er ook water door het kanaal 'getransporteerd'. Niet alleen Maaswater, maar ook bijvoorbeeld van de Aa. Vlakbij Helmond komt het in het kanaal en bij het zogeheten uitlaatwerk 'De Schabbert gaat het weer verder in de Aa. Via sluis 6 gaat René naar DMV, De Meierij Veghel, een samenwerking van verschillende kleine zuivelcoöperaties. Op de Zuid-Willemsvaart worden voornamelijk zand, grind en grondstoffen voor de veevoederindustrie vervoerd. Maar ook melk, in een van de boten van Campina. Met de melkboot gaat René naar de natte oeverstroken voor vissen en amfibieën. Schepen veroorzaken een golfslag, die de oevervegetatie op den duur wegslaat. Vissen hebben die planten wel nodig om te paaien. In 'badkuipen' met glooiende wanden zijn waterplanten gezet. De vissen kunnen vanuit het kanaal in die kuip zwemmen.
In deze Wandeling gaat René Bastiaanse het hebben over vrouwen, zwevend tussen heiligheid en geiligheid. De wandeling begint bij het Begijnhof in Breda. De eerste begijnen in de twaalfde eeuw waren waarschijnlijk rijke vrouwen, die niet uitgehuwelijkt wilden worden en ook geen toekomst zagen in een klooster. Vervolgens gaat René naar de Sint-Annakapel in Molenschot. De legende is dat Sint Anna op hoge leeftijd moeder werd en daarom voorspreekster is voor onvruchtbaren en patrones van zwangeren. Het zijn niet enkel de vrouwen meer die om haar hulp komen vragen: "Naar Molenschot gaat ieder Anneke om een Manneke, en ieder Manneke om een Anneke". Daarna gaat René naar Tilburg naar de begraafplaats aan de Bredaseweg, naar het grafmonument van Marietje Kessels. De moord op de 11-jarige meisje schokte in 1900 geheel Nederland. In 1990 werd in Tilburg het Marietje Kessels project, zelfverdediging voor meisjes van groep 7 en 8 van de basisschool gestart.
Deze keer wandelt René door de oude stad Zevenbergen. Al in 1254 staat er een 'Heer van Zevenbergen' vermeld in de archieven. Zevenbergen had een haven, stadsmuren en een kasteel. Maar daar is niets meer van over. De haven is gedempt, de stadsmuren met hun torens en het kasteel zijn afgebroken. Toch vindt René nog sporen van het verleden in Zevenbergen. O ja... en Leon is ook weer terug van zijn vakantie.
Deze week is De Wandeling in Son en Breugel en omliggend gebied. René begint op de zandverstuivingsvlakte aan de rand van het Oud Meer. Hier krijg je een indruk van hoe Son er vroeger uit zag: zand, zand en nog eens zand. Het was ook in dit gebied dat generaal Montgomery besloot om hier een deel van de 35.000 militairen te laten landen om dit deel van Nederland te bevrijden: operatie Market Garden was een feit. Op 17 september 1944 om een uur 's middags sprongen hier onder andere 6669 paratroepers uit 222 Dakota's. Oorlogsveteraan Jan Driessen heeft aan de weg tussen Best en Son het museum Bevrijdende Vleugels opgericht en René neemt een kijkje. De wandeling voert verder onder meer langs de aanleg van de A50, de markt, het Pieter Breughelplein en hij refereert aan de rivaliteit tussen Son en Breugel.
Deze week wandelt René door Den Hout, een klein dorpje waar je in een vloek en een zucht doorheen rijdt, maar waar toch het een en ander over te vertellen is. De Houtse Heuvel, de brink van het dorp, is het middelpunt van het dorp waar omheen alle belangrijke gebouwen gedrapeerd zijn. Nu zijn er meer brinkdorpen in Nederland, maar deze brink is uniek omdat het gezamenlijk eigendom van de omwonenden is. Aan de Houtse Heuvel ligt de kerk, een bedevaartsoord ter eren van de Heilige Cornelius. Het verhaal gaat dat hij op voorspraak vele mensen van ziekten kon genezen en René doet nog even een schietgebedje. Aan de Heuvel woont ook Piet van Leysen die alles verzamelt wat te maken heeft met de landbouw. Heel bijzonder is het enige wolvenopvangcentrum van Nederland in het buitengebied van Den Hout. René wandelt even binnen. En uiteraard eindigt René met een borrel.
Deze keer is De Wandeling in Dorst en omgeving. René wandelt door Het Cadettenkamp, een zandverstuiving die tot voor kort gebruikt werd als militair oefenterrein voor de cadetten van de Koninklijke Academie in Breda, maar nu voornamelijk recreatiegebied is voor de inwoners van Breda. Hij gaat op zoek naar overblijfselen van de galg waar Breda en Oosterhout hun veroordeelden die op de Markt in Breda gedood werden, ophingen om voorbijgangers te waarschuwen wat er met hen zou gebeuren als ze een misdrijf begingen. René loopt door boswachterij Dorst en 'blest' daar het halve bos. Hij vervolgt de wandeling door Dorst via de kerk en eindigt net iets buiten Dorst waar een deel van de Berlijnse Muur nog staat en waar René het edele vak van 'crusher' probeert uit te oefenen.
Deze week is De Wandeling in Bergen op Zoom. De gehele wandeling is gewijd aan de schrijver Anton van Duinkerken. Reden is het Anton van Duinkerkenjaar 2003 in Bergen op Zoom. Anton van Duinkerken is het pseudoniem voor Willem Asselbergs. Hij werd geboren op 2 januari 1903 en bracht zijn jeugdjaren door in Bergen op Zoom. Asselbergs is vooral bekend gebleven onder zijn pseudoniem Anton van Duinkerken, dat hij bedacht had in de onjuiste veronderstelling dat de familie Asselbergs afkomstig was van Duinkerken. Hij schreef ook onder andere pseudoniemen: Sels Bergas, Pieter Bakx en Andries van Doorn. In Bergen op Zoom zijn nog tal van herinneringen aan Van Duinkerken te vinden: het beeld van Hein Vree aan het Sint-Josephplein, waarbij Van Duinkerken als causeur wordt voorgesteld, kijkend in de richting van zijn geboortehuis; een gedenkplaat aan het geboortehuis Sint-Josephstraat 9; de naam van het vroegere Volkspark, tegenwoordig het Anton van Duinkerkenpark; een borstbeeld in de Bibliotheek Bergen op Zoom.
Deze week weer eens een ouderwetse Katholieke wandeling door Uden. Door de tijden heen is Uden een toevluchtsoord voor religieuzen geweest. Zo werd in het midden van de zeventiende eeuw door de Staatse troepen van Frederik Hendrik een gedeelte van de huidige provincie Noord-Brabant bezet. Alle katholieke kerken werden gesloten. Kloosters moesten ontruimd worden en de mannelijke en vrouwelijke religieuzen zochten een goed heenkomen in het vrije Land van Ravenstein, dat niet bezet was, waartoe ook Uden behoorde. Aan de rand van Uden is nog een monument te zien wat opgericht is op de plek waar vroeger een kerk heeft gestaan. Maar Uden is ook het culturele toevluchtsoord van religieus leven wat religieuze kunst betreft. Zo is er het museum van religieuze kunst Maria Refugié.
Deze week is De Wandeling ten zuidoosten van Breda: de lustwaranda's nabij Ulvenhout. In de loop der eeuwen is onder Breda een hele reeks van kastelen, landhuizen en landgoederen gesticht, onder meer: Grimhuysen, Bouvigne, Wolfslaar, Hondsdonk, Luchtenburg, Daasdonk en Anneville. Een aantal hiervan is al in eerdere wandelingen behandeld; deze week bezoekt René onder meer Grimhuysen, Luchtenburg en Anneville. Grimhuysen is het oudste kasteeltje van de streek. Het dateert al van de dertiende eeuw. Het lag waar nu de Laurentiuskerk van Ulvenhout staat. Het enige wat er nog van rest is de slotpoort die de verbinding vormt tussen de kerk en de pastorie. Het Ulvenhoutse bos was het jachtoord van de Heren van Breda en ligt pal tegen Ulvenhout aan. Hier ontmoet René Angelina, 'het paddenvrouwtje' dat al jaren padden helpt over te steken. Luchtenburg ligt twee kilometer ten zuiden van Ulvenhout en is een landgoed met een prachtige tuin. Hier schijnen zich allerlei spannende verhalen afgespeeld te hebben.
René en Leon maken een bijzondere wandeling door de leefgemeenschap van de geestelijk gehandicapten van de stichting 'Prisma', het voormalige huize Asisie in Biezenmortel. René bezoekt onder meer hun activiteitenruimte en gaat mee met hun werkzaamheden op de Loonse en Drunense duinen.
In deze aflevering volgen we de Strijbeekse Beek dus van de bron, op de Bleeke Heide, tot de monding. Op de Bleeke Heide zie je, als het weer mee zit, grote aantallen vogels, met name weidevogels. De tocht gaat verder naar Strijbeek en Het Kapucijnenklooster te Meersel-Dreef, ook wel eens het Lourdes van de Noorderkempen genoemd. Het speelde een grote rol en doet dat nog voor de katholieken in Noord-Brabant. Er hoort een gigantische tuin bij, het 'Genadedal', met Lourdesgrot, en dozijnen beelden van Jezus en andere heiligen. Dit klooster staat waar de Strijbeekse Beek uitmondt in de Mark.
Deze week wandelt René door Etten-Leur en omgeving. De meeste mensen denken alleen aan Zundert en Nuenen als ze aan Vincent van Gogh denken, maar Vincent begon zijn artistieke loopbaan in Etten-Leur. De vader van Vincent was predikant in Etten-Leur. Vincent legde in Etten-Leur onder meer de 'moeierboom' vast die nu in een museum in New York hangt. Etten-Leur kende ook zijn minder bekende zonen die hun sporen in de stad hebben achtergelaten. De turfschipper Adriaan van Bergen en Sybrand Casparus Jan Heerma van Voss haalden toen de Leurse suikerfabriek veertig jaar bestond, de eerste 'vliegmachien' naar Nederland. René gaat op de borrel in het Paulushofje waar ook het heemkundig streekmuseum Jan Uten Houte gevestigd is. Daarnaast is er een tentoonstelling van affiches van Van Gogh in het Drukkerijmuseum. Daar drukt René een Van Gogh/Wandeling poster en daar hebben ze het kleinste gedrukte boekje ter wereld.
Deze week maakt De Wandeling een klein uitstapje over de provinciegrens naar Gorinchem. Het Land van Heusden en Altena, dat tegenwoordig bij Noord-Brabant hoort, heeft altijd een band gehad met plaatsen die tegenwoordig in het Brabantse liggen zoals Heusden, Sleeuwijk, Werkendam en Woudrichem. Ook slot Loevesteyn speelde een belangrijke rol. Maar het Land van Heusden en Altena heeft ook altijd een sterke band gehad met Gorinchem, wat altijd bij Holland is gebleven. Historie en vreemde verhalen gingen hier hand in hand. Hier en daar proeven we nog een vleugje Brabant. Gorinchem is vooral de stad geworden van het geslacht Van Arkel, beroemd en berucht in de geschiedenis. René bezoekt de grote kerk. Het onderste gedeelte van de toren van de kerk was zo enorm zwaar dat dit gedeelte al spoeding naar een kant de drasse grond in begon te zakken. Op het al scheefgezakte gedeelte werd de rest van de toren weer met kunst en vliegwerk loodrecht naar boven opgebouwd.
In deze uitzending komen de drie Bossche erfgoedinstellingen aan bod. René gaat eerst bij de Bossche familie Van de Laar op de koffie en vervolgens bij de drie erfgoedinstellingen (de afdeling Bouwhistorie Archeologie en Monumenten van de gemeente 's-Hertogenbosch, het Stadsarchief en Noordbrabants Museum) op onderzoek uit. Deze drie instellingen organiseerden op zondag 6 juli 2003 de eerste Bossche Erfgoeddag.
In deze laatste wandeling van het vijfde seizoen wandelt René door het westen van Brabant, op de Brabantse wal, een steilrand van vele meters hoogte. Verschillen van twintig meter of meer zijn hier geen zeldzaamheid. Dus weer een echte ouderwetse natuurwandeling op de grens van Brabant en Zeeland bij Ossendrecht. René vertelt over de brandnetel, de dovenetel en het fluitenkruid. Verder ligt hier het buurtschap 18 Huizen. Dat bestond dus inderdaad uit, jawel, achttien huizen. De rentmeester, Ferdinand Hombach, was een van de kleurrijkste personen uit dit gebied. Hij stond bekend om zijn uitbundige leefstijl. Hombach zorgde ervoor dat er een fatsoenlijke weg tussen Zeeland en Brabant kwam. Aan het eind van zijn leven was hij wel failliet. En niet zo'n beetje ook, hij had een miljoen gulden schuld! En dat in 1927. Ossendrecht kende een ander kleurrijk persoontje, de slechts 59 centimeter lange Prinses Paulientje, het kleinste meisje ter wereld. Johanna Paulina Musters werd al snel geëxploiteerd.
René Bastiaanse wandelt langs het Markiezaartsmeer bij Bergen op Zoom, een broedgebied voor veel verschillende vogels. Ook neemt hij een kijkje bij een kraamkolonie voor vleermuizen.
Deze week wandelt René door Liempde en omgeving. Het centrale thema is hout en bomen en dan met name populieren, want vooral dit deel van de Meierij stond bekend om zijn klompenindustrie en klompen worden gemaakt van het hout van populieren. René schuwt in deze aflevering het gebruik van de kettingzaag niet en velt een aardig boompje. Een oud klompenmaker legt René uit hoe klompen worden gemaakt en ook daar assisteert onze René als een volleerd Leontien. Ook sportief gezien staat René deze week zijn mannetje want hij gaat beugelen.
Deze aflevering is eigenlijk een vervolg op de vorige want het Wandeling-team is in het Liempdse gehucht Kasteren in het Dommeldal tussen Boxtel en Sint-Oedenrode. René laat weer zijn befaamde roeikunsten zien terwijl hij samen met Leon de Dommel afzakt in een roeibootje. Hij laat zien wat er allemaal in een koeienvlaai leeft en brengt een bezoek aan Jefke van den Braak en zijn meer dan een ton wegende stier. Jef woont in de boerderij van het vroegere herengoed Het Groot Duyfhuis, een optrekje wat stamt uit de vijftiende eeuw. Daarna gaat het verder per bootje naar het Duits Lijntje.
Deze week is De Wandeling in de heerlijkheid Heeze en Leende. René bezoekt uiteraard Kasteel Heeze en vindt een oud receptenboek van oud-bewoonster freule Ursula Aurora van Tuijl-van Serooskerken. Hij poedelt in de Baai-Aa op een van de sterkst kronkelende beken van Brabant. Ook wandelt René rond in de Herbertusbossen, genoemd naar de eerste heer van Heeze in 1167.
Deze week steekt De Wandeling de grens over naar het Belgische Achel waar een ware invasie van Nederlanders heeft plaatsgevonden. Een van hen heeft een eigen wijnmakerij en René zou René niet zijn als hij niet even wil proeven. Hij ontmoet ook een zeer bijzondere Trappist. In Achel staat namelijk De Achelse Kluis. Hier leven nu nog twintig Trappisten. René mag een kijkje nemen in de kluis van De Achelse Kluis waar een gedeelte van de reliekencollectie ligt opgeslagen.
Deze week wandelt René door een verregend Wijk en Aalburg (en omstreken), gelegen in het land van Heusden en Altena. Dit gedeelte van Brabant wordt ook wel 'de groene woestijn' genoemd. René legt het principe van ruilverkaveling uit. Hij wandelt door Babylonienbroek en bezoekt de man die de mand van Maxima heeft gemaakt. René maakt ook nog een gerecht met peren en spek en hij bezoekt het enige kerkje in Brabant met twee hagioscopen.
Deze week wandelt René door de Zundertse Lustwaranda, De Moeren, Buissche Heide, Wallstein en Pannenhoef. Na het afgraven van hoogveen vonden regenten en hogere burgerij hun stek op de heide. Die werden ontgonnen tot landgoederen met een afwisseling van weelderige landouwen, bos en enkele heiderestanten. Onder die hogere burgerij waren enkele opvallende creatievelingen die er de nodige inspiratie vonden voor hun werk. Een van hen was Henriette Roland Holst. Een groot gedeelte van haar werk schreef zij op De Angorahoeve. René probeert ook met behulp van een aantal Border Collies een schaapskudde te hoeden.
Deze week wandelt René Bastiaanse op Landgoed Nemerlaer waar Kasteel Nemelaer ligt en waar ook in de bijgebouwen van het kasteel het hoofdgebouw van Brabants Landschap gevestigd is. Hij wandelt door het Houbenbos, wordt bijna gestoken door een Horenaar en brengt het hele Brabantse treinverkeer in de war.
Deze week verkent René het landgoed Valkenhorst bij Valkenswaard. Rond 1900 werden daar visvijvers aangelegd, waar men zich vol enthousiasme stortte op de karper teelt. Later, na de Tweede Wereldoorlog, kwam de sportvisserij opzetten. De visvijvers werden vervolgens gebruikt om pootvis te kweken voor veel visclubs in Nederland. René neemt een kijkje bij een nog in bedrijf zijnde viskwekerij. Hij probeert ook de visstand in De Dommel te inventariseren door water onder stroom te zetten.
Deze week staat de wandeling volledig in het teken van paddenstoelen. René gaat in lustwaranda Zoomland onder Bergen op Zoom op zoek naar onder andere vliegenzwammen, biefstukzwammen, berkenzwammen en de uiterst zeldzame pruikzwam. Jammer genoeg is het een arm paddenstoelenjaar door de extreem droge zomer. Maar toch slaagt René erin een aantal interessante exemplaren op te sporen, waaronder een prachtig mycelium, een net van schimmeldraden. Ook probeert hij, tegen alle adviezen in, wat de uitwerking is van het eten van een vliegenzwam…
Deze week staat De Wandeling geheel in het teken van boerderijen. 2003 is het Jaar van de Boerderij, waarin aandacht wordt gevraagd voor het verschijnsel dat veel boerderijen hun bestemming verliezen en worden gesloopt. René bezoekt onder meer het Historisch Openluchtmuseum in Eindhoven. Daar is een boerderij te bezichtigen zoals die er uit heeft moeten zien in de IJzertijd in de Kempen. Ook het hallehuis en de langgevelboerdeij komen aan bod. Bovendien loopt René een stukje mee met schaapherder Cor Adriaans. Tenslotte legt René op een ecologische boerderij uit aan kinderen waar melk vandaan komt.
Deze week wandelt René door de uiterste grens van Oost-Brabant. Tussen Helenaveen en Griendtsveen liggen de ontginningen van de Peel. René en zijn kompaan Leon trekken met letterlijk vallen en opstaan door een ontgonnen veengebied. In dit gebied deden verschillende sagen en legenden de ronde over onverklaarbare vlammetjes en de dolende ridders. Als afsluiter dit keer geen borrel. René maakt zelf ijs op een ijsfabricageboerderij, waar vreemde ijsjes als asperge-ijs, dropijs en varkensvleesijs de revue passeren.
In deze Wandeling bevindt René Bastiaanse zich tussen het Land van Ravenstein en Grave. Zon grensgebied is altijd in beweging, er speelt zich door de tijden heen van alles af. Allerlei conflicten ontstaan aan grenzen, nergens wordt meer oorlog gevoerd dan in zon gebied. Aan de Maas, op de grens van het Land van Ravenstein en iets verderop Grave, een oude vestingstad, vielen diverse grenzen samen. Dat is ook een van de redenen dat op zon relatief klein grondgebied maar liefst drie kloosters te vinden waren: Mariendaal, een voormalig Jezuïetenklooster, het slotklooster van de Redemptoristinnen en een nog in die hoedanigheid in gebruik zijnde kapucijnenklooster. René mag bij twee ervan naar binnen.
Woudrichem is een streek met veel water. En dat water was een bedreiging, want nog maar een paar jaar geleden dreigde hier een overstroming. Eeuwenlang heeft men met die dreiging moeten leven. Maar het water was ook een hulpmiddel, bijvoorbeeld bij de verdediging van Holland. Meestal moesten de bewoners van het gebied zichzelf verdedigen tegen het water. René wandelt vandaag door Woudrichem en bezoekt vooral Slot Loevestein.
Vandaag het eerste van twee delen over de jacht. In landgoed De Utrecht tussen Esbeek, Hulsel en De Mierden gaat hij onder meer op pad met twee echte jagers. Met een jachtopziener gaat hij op zoek naar stropers.
Vandaag het tweede van twee delen over de jacht. In landgoed De Utrecht tussen Esbeek, Hulsel en De Mierden gaat hij onder meer op pad met twee echte jagers. Met een jachtopziener gaat hij op zoek naar stropers.
Deze week is de wandeling in Haaren en Helvoirt. René bezoekt onder meer Haarendael, een voormalig seminarie en sinds 1967 overgenomen door de Sint Jozefstichting. Deze stichting is een organisatie voor geestelijk gehandicapten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is Haarendael in gebruik genomen door de Duitsers. Het was toen een politiegevangenis en een gijzelaarskamp van de Sicherheitsdienst en bedoeld voor verzetslieden. René ontmoet een van de vrouwen die hier gevangen zat. Verder neemt hij een kijkje in de Sint-Lambertuskerk in Haaren en de Sint-Nicolaaskerk in Helvoirt, die beiden in de steigers staan.
Deze week wandelt René in en om Kasteel Heeswijk. Archeologisch en bouwhistorisch onderzoek in 1995 heeft opgeleverd dat dit eerste kasteel een zogenaamde motteburcht was. Een motte is een door mensenhanden opgeworpen heuvel van zes of zeven meter hoog met daarop een groot houten of stenen gebouw. In de tweede helft van de veertiende eeuw is de motte afgevlakt om plaats te maken voor een kasteel dat meer voldeed aan de eisen van de tijd. Het zand en het puin van de oude motte en de burcht gebruikte men voor het voorplein van het kasteel dat daardoor veel hoger is komen te liggen. De noord- en oostvleugel dateren uit de veertiende eeuw. In de negentiende eeuw is er een stuk aangebouwd en dat is van hieruit goed te zien: er loopt een duidelijke bouwnaad en het linkse deel is het stuk dat uit de middeleeuwen dateert. Het kasteel zelf bleef tot begin twintigste eeuw bewoond, maar al voor de Tweede Wereldoorlog was het niet meer aan te passen aan de moderne wooneisen: elektriciteit is pas bij de restauratie aangelegd.
Tweedelige aflevering over het slachten van A tot Z. Dus echt van zaadje tot karbonaadje. Het eerste deel toont onder meer het opvangen van het sperma van een stier in een KI-station en hoe de sperma vervolgens verwerkt en diepgevroren in rietjes opgeslagen wordt. Ook de kunstmatige inseminatie bij een koe en de controle van een veearts van de zwangere koe komen aan bod. René mag ook even voor veearts spelen en zit tot aan zijn oksel in de koe.
Tweedelige aflevering over het slachten van A tot Z. Het tweede deel gaat over de geboorte van een kalfje, het opgroeien tot koe en jawel (niet geschikt voor zwakke magen) de slachterij. Getoond wordt de aankomst van de koe bij slachterij, productielijn na de doding van de koe en het uitbenen. Ook hier helpt René weer een handje.
René duikt in de geschiedenis van de Joden in Brabant. Want al in de negende eeuw zouden in deze streken en aangrenzende gebieden Joden hebben verbleven. Er zijn weinig sporen overgebleven van vroegere joodse aanwezigheid in Brabant. Maar in Den Bosch, Oosterhout en Breda is nog het een en ander terug te vinden. Wat heel bijzonder is, is dat René in de synagoge van Breda het Feest van de Lichtjes bij mag wonen.
Deze week is het feest, want De Wandeling zendt de 200e aflevering uit! René steekt de grens over en brengt een bezoek aan onze zuiderburen. Hij gaat rondneuzen in Leuven. Leuven heeft alles te maken met Brabant, want zonder Leuven zou Den Bosch er nooit geweest zijn. En de man waaraan de hoofdstad van Brabant zijn bestaan te danken heeft, ligt begraven in de St. Pieterskerk in Leuven. Leuven is ook bekend als studentenstad. Van oudsher kwamen en komen veel Nederlandse studenten in Leuven studeren. Wellicht dat Leuven daarom meer kroegen bezit dan welke stad dan ook in Brabant. Kijken dus!
Deze week wandelen René en Leon een stuk van de Langstraat, specifieker gezegd het stuk tussen Waspik en Raamsdonk, aan de uiterste westgrens van het Langstraatgebied. Ze lopen hier en daar binnen bij een huis of bedrijf aan die straat. Er is een koetserijmuseum waar een unieke tankwagen staat die ooit getrokken werd door een paard. In een gewoon woonhuis blijkt een prachtige muurschildering verborgen te zitten. Ook loopt René een rondje mee met enkele springpaarden.
Deze wandeling is behoorlijk romantisch. René vaart namelijk met een bootje over de nachtelijke Binnendieze door en onder de stad Den Bosch door. De Binnendieze is een verzamelnaam voor het eeuwenoude stelsel van alle waterlopen binnen de muren van Den Bosch. De lengte is nu nog meer dan 3,5 kilometer. Vroeger vooral gebruikt als riool van de stad, nu vooral overgebleven om mooie tochtjes over te maken. René vertelt over spannende zaken die voorgevallen zijn in de krochten van de stad, maar hij stapt ook uit bij onder andere het Zwanenbroedershuis, waar hij een uniek kijkje binnen mag nemen in de zalen waar ook onze Koninklijke familie zich heeft verpoost.
Deze week het vervolg van de Peelaflevering van een aantal weken geleden waarin René en Leon, overmand door de slappe lach, probeerden een onontgonnen veengebied te doorkruisen. De dorpen Helenaveen en Griendtsveen zijn er toen bij ingeschoten. Nu de herkansing. René vertelt onder andere over het verval van de turfwinning en bezoekt de geboortegrond van Jules de Corte. Net buiten de Peeldorpen ligt ook een bijzonder kerkhof met 30.000 graven. Kijken dus!
Deze week gaan René en Leon wandelen in Vught. De wandeling begint bij villa Sophiasburg. Op een stuk grond onder Vught, wat nu de tuin van de villa is, werd in 1471 een kartuizerklooster gesticht waar hertog Karel de Stoute toestemming voor verleende. Naar de wens van Karel heette dit klooster Sophiae Domus. Het kloostercomplex bestond uit cellen, een kerk, een kapel, een refter, bijgebouwen en grote en kleine woonhuizen. In 1979 kocht meester Wim van Rossem de villa en restaureerde de woning en tuin. Vervolgens wandelen René en Leon naar Mariaplein, een middeleeuwse stad uit de vroege 20ste eeuw. Het geheel, bestaande uit een kerk met pastorie, een klooster met kapel en bejaardenpension, scholen, woonhuizen en een kerkhof, is ontworpen door dezelfde architect: A. J. Kropholler. De tweede villa die René en Leon bezoeken is Villa Leeuwenstein. Het oorspronkelijke Leeuwenstein werd in 1753 gebouwd als buitenverblijf van de befaamde jurist en historieschrijver der Stad en Meijerij van ’s-Hertogenbosch.
In deze wandeling snuiven René en Leon kunst en cultuur op in Eindhoven. Hun wandeling begint bij het Van Abbemuseum. De rijke Eindhovense sigarenfabrikant Henri van Abbe liet in 1933 weten dat hij de stad een museum voor schilderkunst wilde schenken. Hij zou het museum laten bouwen, de eerste aankopen financieren en voorlopig de kosten van de exploitatie op zich nemen. En zo stond er in 1936 dat karakteristieke gebouw met torentje van architect Kropholler. Henri van Abbe schonk niet alleen het gebouw aan Eindhoven, hij gaf de stad ook zesentwintig schilderijen van Nederlandse kunstenaars uit zijn collectie. Momenteel bestaat de collectie uit 2700 kunstwerken. Het museum heeft inmiddels een ware transformatie ondergaan; het bestaande gebouw is grondig gerenoveerd en gemoderniseerd en werd uitgebreid met twee monumentale nieuwe vleugels die in en om een grote waterpartij zijn gelegd. Vervolgens gaat de wandeling naar de stadsschouwburg. Hier nemen René en Leon onder andere een kijkje achter de schermen.
In deze Wandeling brengen René en Leon een bezoek aan Oudenbosch. Ze bekijken onder meer de Basiliek. In de negentiende eeuw werden de Nederlandse katholieken steeds zelfbewuster. Ze waren al meer dan een halve eeuw uit hun schuilkelder gekomen. Er waren weer bisschoppen en in alle dorpen en steden werden katholieke kerken gebouwd. Dat waren meestal forse exemplaren in neogotische stijl, maar pastoor Willen Hellemons gaf Oudenbosch een wel heel bijzonder exemplaar. Hij woonde jarenlang in Rome en blijkbaar had hij heimwee, want hij wilde van Oudenbosch een soort klein Rome maken. Hellemons liet in Oudenbosch een kopie van de Sint-Pieter bouwen. Pierre Cuypers ontwierp de kerk op een schaal van 1:16 Na de Basiliek vervolgen René en Leon hun tocht naar het Zouavenmuseum. In de jaren 1864 tot 1870 was Oudenbosch het verzamelpunt voor Nederlandse mannen die zich aansloten bij een keurkorps van het Franse leger. Dat bestond oorspronkelijk uit Noord-Afrikanen: de Zouaven. Hun doel was het verdedigen.
In deze Wandeling gaan René en Leon naar Budel-Dorplein. De Wandeling begint bij het dwaalkruis aan de Geuzendijk. Aan de Geuzendijk, net in Limburg, in de richting van Budel, staat een houten kruis met het volgende opschrift: Alvorens gij den weg betreedt/ die door de bergen leidt/ bidt hier die voor uw zaligheid/ den bitteren kruisdood leed. Met de bergen worden de Budeler Bergen bedoeld, een uitgestrekte zandverstuiving. Een dwaalkruis is opgericht als een waarschuwing voor de mensen die door zeer eenzame en gevaarlijke streken moesten trekken. Dit kruis is pas in 1786 geplaatst toen drie Weertenaren die naar de markt in Budel waren geweest in deze omgeving zijn verdwaald en verdwenen. Na het kruis wandelen René en Leon naar het dorp Budel-Dorplein. Ze gaan eerst langs het kerkhof waar Lucien Dor ligt begraven, een van de oprichters van Budel-Dorplein. In het voorjaar van 1892 vatten enkele Belgische groot-industriëlen het plan op om een zinkfabriek in Nederland te stichten.
In deze Wandeling gaan René en Melvin wandelen in Boxmeer. Leon is er deze dag niet bij. Hij viert thuis zijn verjaardag. De Wandeling begint in Limburg. Daar nemen René en Melvin het pontje naar Vortum Mullem dat onder de gemeente Boxmeer valt. De gemeente Boxmeer vormt samen met vier andere gemeenten het land van Cuijk dat eeuwenlang een geïsoleerd gebied was. Met de Maas aan de ene kant en de Peel aan de andere kant was het tot aan het begin van de twintigste eeuw zeer lastig bereikbaar. Transport via de Maas werd bemoeilijkt doordat de rivier elk jaar lange tijd buiten zijn oevers trad. Een sluizenstelsel maakte daar pas in de jaren dertig van de twintigste eeuw een einde aan. Van het pontje af gaat de wandeling verder langs de Maasheggen. Unieke Maasheggen zijn aan weerszijden van de Maas te vinden. Voorheen waren ze in grotere aantallen te vinden dan nu. Voordat men de heggen zag als een kostbare, culturele erfenis, werden met bulldozers grote aantallen weggehaald.
In deze wandeling gaan René en Melvin wandelen in de gemeente Landerd. Die gemeente bestaat pas sinds 1 januari 1994. Daarvoor waren de dorpen Schaijk en Zeeland, waaronder het dorpje Reek viel, zelfstandige gemeenten met daaromheen gehuchten en buurtschappen zoals Trent, de Graspeel en 't Oventje. René en Melvin bezoeken onder andere de Graspeel. Lang geleden viel Zeeland onder de jurisdictie van het dorp Uden. De dorpelingen van Uden en Zeeland hadden een gezamenlijk bezit, de Graspeel. De Graspeel is het randgebied van de Peel die zich tot over de grens van Brabant tot in Limburg uitstrekt. Na de Graspeel brengen ze een bezoek aan t Oventje. 't Oventje is meerdere malen getroffen door een ramp in de vorm van een storm en niet zomaar stormen. In 1737 was er extreem veel schade aan landbouwgewassen door een grote storm. Aan de heer van Ravenstein werd daarom vermindering van belasting gevraagd en de vermindering werd ook gegeven. De grootste ramp met wind was echter de cycloon van 1925.
Deze wandeling begint bij de oorsprong van de Dommel. René gaat het hebben over watermolens, en wel de watermolens die nu nog aan te treffen zijn langs de Dommel, in De Kempen. In de negentiende eeuw lagen alleen al aan het Nederlandse deel van de Dommel maar liefst 32 watermolens. Ook aan de Belgische kant lagen watermolens. Die molens werden gebouwd tussen de elfde en dertiende eeuw en kregen in de loop van eeuwen soms een nieuwe functie. Ook werden ze oorspronkelijk uit hout opgetrokken, maar in de negentiende eeuw werd dat hout vervangen door steen.
Deze week gaan René en Melvin wandelen in De Biesbosch. Nou ja wandelen, in deze wandeling wordt er met name veel gevaren. René en Melvin bezoeken onder meer een keet van de griendwerkers. Nog ongeveer een halve eeuw geleden waren de grienden en de gorzen de plantages van De Biesbosch. In de maanden oktober tot en met maart was de Biesbosch het domein waarin enige honderden grienduilen emplooi vonden. Tot 1953 was het twee-ver leven voor vele mannen uit de Biesboschdorpen een vrij normale zaak. De overstromingsramp van 1953 was er mede de oorzaak van dat velen het heel de week in de keet verblijven voor gezien hielden. In het algemeen gesproken huisden deze tijdelijke Biesboschbewoners in keten, arken of in het vooronder van een aak. De meeste van deze verblijven voldeden niet aan de minimale eisen die hieraan gesteld mogen worden. Ook gaan René en Melvin op zoek naar de bever. In 1988 is de bever geherintroduceerd in De Biesbosch.
In deze Wandeling zijn René en Melvin in Sterksel en omgeving. René en Melvin brengen in Sterksel een bezoek aan Huize Providentia, een verpleeghuis voor meervoudig gehandicapte epileptisch patiënten. Daar bezoeken ze de boerderij en Atelier Kempro. Wat in de jaren twintig van de vorige eeuw hier begon met de initiatieven van de Broeders van Heerlen is in de afgelopen bijna zeventig jaar uitgegroeid tot een uiterst gespecialiseerd centrum voor de behandeling en begeleiding van mensen die een of andere vorm van epilepsie hebben. Tot slot gaan René en Melvin paardrijden in natuurgebied De Pan.
In deze wandeling bezoeken René en Leon het Pompveld in het Land van Altena. Naast het bezoeken van de eendenkooi gaat René in het Pompveld op zoek naar de grote modderkruiper. De grote modderkruiper wordt 25 cm lang. Hij heeft, net als de meerval, aan zijn kop wel tien tastdraden, het lijkt wel een kattensnor. De meerval heeft dit ook en wordt daarom ook katvis genoemd. Tot slot gaan René en Leon naar de Merwede. In deze rivier gaan ze exoten vangen.
Allereerst gaan René en Melvin naar de Zonzeelsche Polder. Daar ontmoeten ze vrijwilligers van de weidevogelbescherming. Vervolgens gaan René en Melvin naar De Worp, ten westen van Drimmelen. Daar zijn kinderen van groep 6, 7 en 8 bezig met natuuronderzoek. Dit is in het kader van het Watch-project. Het is een activiteitenprogramma voor jongeren, hun familie, leerkrachten en clubbegeleiders waarmee de eigen natte leefomgeving kan worden verkend. Door zelf onderzoek te doen, te werken met je zintuigen, en je eigen vondsten te analyseren, moeten kinderen ervan doordrongen worden hoe belangrijk water is voor ons leven. Het Watch-project is komen overwaaien uit Engeland. Tot slot bezoeken René en Melvin De Struikwaard onder Giessen. In dit gebied worden muskusratten gevangen om het aantal muskusratten in toom te houden. Een muskusrat werpt 3 of 4 keer per jaar. Een worp telt 7 of 8 jongen. De jonge wijfjes uit de eerste worp krijgen soms nog hetzelfde jaar zelf jongen.
Deze week wandelen René en Leon, die weer beter is, in Schijndel en omgeving. Ze beginnen de wandeling in de Geelders, in de driehoek Boxtel, Schijndel en Liempde. Het omvat ongeveer 270 hectare en bestaat voornamelijk uit bos, gedeeltelijk ook uit grasland en uit 4 hectare heide. De rest, 150 hectare is in particuliere handen en eigendom van een zekere Markgraaf en Staatsbosbeheer bezit 120 hectare. Na de Geelders wandelen René en Leon naar een ander natuurgebied in de omgeving van Schijndel, namelijk De Prekers. Dit is een gebied dat er min of meer uitziet als in de oertijd, dicht begroeid met bomen. We treffen er de zwarte rapunzel aan, knikkend nagelkruid en gele dovennetel. De Prekers is genoemd naar de eigenaar van het stuk bos tussen Dintherse dijk en de Steeg, de predikheren. De predikheren was een kloosterorde uit Den Bosch, die door de Schijndelaren "De Prekers" werd genoemd. Het gebied heeft zijn hoge natuurwaarde dus te danken aan het voorkomen van bovengenoemde zeldzame planten.
In deze Wandeling gaan René en Leon op bezoek bij zigeuners. De term zigeuners wordt door henzelf niet graag gebruikt. Dat komt vooral door de wijze waarop de verschillende volken die onder die namen samengevat worden zes eeuwen lang in Europa zijn behandeld. Zelf spreken ze - hier in Nederland - liever over sinti en roma. De sinti en roma wonen voor het grootste deel in Brabant en Limburg. Daar zijn verschillende redenen voor: ze zijn katholiek en voelen zich in een katholieke omgeving beter thuis. Ze zijn bourgondisch van aard en willen graag dicht bij de grens wonen. Beide groeperingen zouden uit India afkomstig zijn, de sinti uit de omgeving van de Sinti-rivier en de roma uit een zuidelijker streek. Als eerste bezoeken René en Leon Het Alziend Oog in de Sint-Jan in ‘s-Hertogenbosch. Voor de zigeuners gaat een beschermende kracht uit van dat Oog: ze staan onder bescherming van God die hen op hun pad volgt. Vervolgens gaan René en Leon naar Best waar de Landelijke Sinti Organisatie (LSO) is gevestigd.
In deze wandeling struinen René Bastiaanse en cameraman Leon door Tilburg. De Wandeling doet dan de geschiedenis van onder meer het Wilhelminakanaal en de Piushaven uit de doeken. René en Leon monsteren aan op een bijzondere boot en ontmoeten een bijzondere brugwachter. Ook groeien er de meest bijzondere planten op de oevers van het kanaal.
Deze week steken René en Leon de Maas over en belanden in Gelderland, en wel in Alem. Alem behoorde tot 1958 tot onze provincie en vandaag gaan ze op zoek naar Brabantse roots in dit stukje Gelderland. René vindt onder andere een Brabantse heilige, veel Brabantse achternamen en René helpt een handje mee in een steenfabriek. Kijken dus!
Deze week wandelt René door het Land van Heusden en Altena, om precies te zijn door de dorpjes Uitwijk en Waardhuizen. Samen hebben ze nog geen zeshonderd inwoners, maar zitten wel boordevol verhalen. Zo heeft Uitwijk een eigen heks gekend en heeft de klok uit de kerktoren van Uitwijk een wonderbaarlijke reis achter de rug. De dorpjes liggen langs de rivier De Alm, een riviertje dat vroeger in open verbinding stond met de Merwede en de Maas. Nu moet het een paradijsje worden voor dier en plant. En René ontmoet in Waardhuizen een zeer bijzonder mens: Dirk van Os.
René Bastiaanse en cameraman Leon klimmen naar het hoogste punt van Brabant, een afgedekte afvalberg bij Mierlo. Ze bezoeken landgoed Gulbergen. René doet een poging tot parapenten en komt daarbij ten val. Na een bezoek aan Dierenrijk Europa wordt de aflevering afgesloten in de Helmondse nieuwbouwwijk Brandevoort.
In de uitzending van dinsdag 5 oktober wandelt René Bastiaanse door Oirschot. Zonder Leon deze keer want die is lekker op vakantie. De watermolen wordt onder meer aangedaan. René neemt een kijkje in de privécollectie van een verwoed verzamelaar van de schilderijen van vader en zoon Kruijsen, wordt getrakteerd op een bijzonder orgelconcert en wordt op de vingers getikt door een wel heel bijzonder Oirschots echtpaar.
Ook deze week is Leon nog op vakantie en wandelt René met cameraman Melvin door Geertruidenberg. Op wel zeer spectaculaire wijze hangen zij boven de rivier de Donge, beklimmen ze de kerktoren en legt René uit wat een Duc D'Alve is.
Deze week gaan René en Leon (hij is weer terug van vakantie) op zoek naar voedsel in Veghel. Want in Veghel is deze sector zeer goed vertegenwoordigd: Masterfoods (Mars), Sligro, Van Eerdgroep, CHV (veevoer), DMV (voorheen o.a. Campina), Maison van den Boer, Jumbo, ze zitten allemaal in Veghel. Een aantal van deze bedrijven wordt bezocht en René neemt ook nog eens plaats in een proefpanel. Kijken dus!
Het Ginneken was zelfstandig, maar al in 1899 probeerde Breda het Ginnekens grondgebied bij het hare te voegen. De Ginnekenaren hebben zich daar altijd tegen verzet maar konden niet voorkomen dat in 1942 de 'annexatie' een feit was. En nog steeds beschouwt het Ginneken zich als apart. René wandelt onder meer over het kerkhof waar generaal Chassé begraven ligt, gaat naar het speelbos en bezoekt de tuinen van Kasteel Bouvigne. Kijken dus!
Deze keer een bijzonder onderwerp in De Wandeling: de dood. Sinds het begin van de beschaving heeft de mens zich afgevraagd wat hij aan moest met het stoffelijk overschot. Begraven, verbranden, opeten, voeren aan de vogels. Er is veel mogelijk. Ook in Nederland, waar de culturen elkaar opvolgen, bestonden verschillende vormen van 'lijkbezorging', zoals dat tegenwoordig heet. René wandelt van grafheuvel naar vorstelijke graven, kerkhoven en neemt een kijkje achter de schermen bij een uitvaartbedrijf.
In deze uitzending wandelen René en Leon een keer buiten de grenzen van Brabant, namelijk in Dordrecht. Deze stad regeerde in het verleden met harde hand de dorpen Sprang-Capelle, Waspik, 's Gravenmoer en Raamsdonk. De verplichtingen die Dordrecht aan die inwoners stelde, brachten dorpelingen tot bittere armoede. René wandelt door de geschiedenis van deze prachtige stad en bezoekt daarbij de beiaardier van de Grote Kerk, het museum Simon van Gijn en brouwt een curieus brouwsel bij een likeurstokerij.
Deze week wandelt René door een gedeelte van de Acht Zaligheden. Maar welke acht zijn dat nu eigenlijk? Oké, Eersel, Reusel, Duizel, Hulsel, Steensel, Netersel, Knegsel, dat zijn er zeven. Maar welke is de achtste? Wintelre of Bladel? De rivaliteit tussen de dorpen viert hoogtij. René gooit zich in de strijd en ontmoet in Reusel een bijzondere man die alles weet over keien. Kijken dus!
Deze week wandelt René door Breda en gaat hij op zoek naar het erfgoed van die stad. En deze keer geen kunst of andere kostbare voorwerpen uit een ver verleden, maar industriële monumenten. Zo moet de haven weer terugkeren in de stad en moet het water weer door Breda stromen. De meningen zijn verdeeld over hoe dat dan moet gaan gebeuren. De watertoren heeft een geheel andere functie gekregen dan het bufferen van water. En het oude kantoorgebouw van Interbrew is een prachtig staaltje van architectonische voornaamheid.
Deze week wandelt René door het stadsdeel Strijp in Eindhoven. Bekend is dat Philips hier onder andere gevestigd is, maar wat niet iedereen weet dat hier in de jaren zestig honderden Spaanse gastarbeiders door Philips naar toe werden gehaald om in de fabrieken te werken. Tot op de dag van vandaag wonen er nog honderden Spanjaarden en bouwen ze hier een klein beetje Spanje na. Figuurlijk dan. René ontmoet er een aantal. Kijken dus!
Op dinsdag 1 maart wandelen René en Leon door Chaam. Dit West-Brabantse dorp is vooral bekend vanwege de wielerronde 'Acht van Chaam' die elk jaar na de Tour de France plaatsvindt. René en Leon bezoeken iemand die alles over die wielerronde verzamelt. Ook brengen ze een bezoek aan de galerie van kunstenaar Berrie Martens.
Deze week wandelt René samen met cameraman Leon door het Land van Heusden en Altena. En wel door de Wijkerwaard die sinds oudsher in het bezit is van een aantal inwoners van Wijk en het Fort Giessen waar vleermuizen huizen. René houdt een wipwatermolen aan de praat en helpt bij het schoonmaken van een nestkast van een kerkuil. Nou ja, helpen?! Kijken dus!
Deze week begeeft René zich in de krochten van Bergen op Zoom: hij verdwijnt in het riool: De Grebbe, het grootste monument van de stad waarvan de geschiedenis teruggaat tot het begin van Bergen op Zoom in de vroege dertiende eeuw. Vandaar dat hij ook wel eens een opknapbeurtje kan gebruiken. En René helpt een handje. Ook het militaire verleden van de stad komt aan bod. Tot slot bezoekt René een fabriek waar ze, jawel, alcohol maken. Kijken dus!
Deze week wandelt René door Wouw en de Wouwse Plantage. Hij komt alles te weten over het Kasteel van Wouw door een nazaat van de kippenvanger van de Heer van Wouw, weet alles over het principe van de welbekende ringoven en neemt een kijkje op het normaal voor publiek gesloten betoverende landgoed De Wouwse Plantage. En René heeft zich nog nooit eerder zo vreemd uitgedost. Kijken dus!
Deze week volgt René een stukje van het beekdal van de Zandleij, ter hoogte van Helvoirt. Hier ligt onder meer het bezinningscentrum Emmaus. Ooit gebouwd door de Paters van het Goddelijk Woord en nu nog steeds in gebruik als centrum voor "christelijke vorming en bezinning". Een steenworp verderop en aan de andere kant van de Zandleij ligt de Kerkhoeve. Deze boerderij is een zogenaamde duinboerderij, een biologisch veebedrijf en heeft ook de functie van zorgboerderij. René legt het allemaal uit. Helvoirt kent ook een heus kasteel: Kasteel Zwijnsbergen. In maart 2001 is het kasteel vrijwel helemaal uitgebrand en wordt nu gerestaureerd. Oude glorie met moderne aanpassingen. René helpt een handje met de restauratie. Kijken dus!
Deze week stort René zich op de duiven. Wat hebben wij door de eeuwen heen toch met die vogels gehad? Met Wilma, een gewonde gevonden duif, bezoekt René een kweker van sierduiven. Hij legt uit hoe een wedstrijd met postduiven precies in z'n werk gaat. Ook helpt René een handje bij de dierenarts, als deze Wilma onderzoekt.
Deze week wandelt René door het Helvoirts Broek en een aantal Vughtse landgoederen. Hoe zijn deze woeste gronden door de eeuwen heen verworden tot akkerlanden of zelfs prachtige landgoederen, zoals landgoed Sparrendaal en landgoed Eikenhorst met zijn prachtige Engelse tuin? Ook blijkt René nog steeds niet de kunst van het punteren machtig te zijn.
Deze week wandelt René door de geschiedenis en de toekomst van de spoorwegen. Sinds het midden van de negentiende eeuw is Brabant via het spoor verbonden met het zuiden: Antwerpen, Brussel en Parijs. Met de aanleg van de HSL gaat er veel veranderen. Vroeger ging de reis per trein naar Parijs voor de meeste Brabanders via Roosendaal. Op dit moment stappen ze in Rotterdam of Antwerpen op de Thalys naar Frankrijk. In 2007 zal dat vanuit Breda gaan. De HSL zelf zal niet stoppen in Brabant, maar de gevolgen van de aanleg zijn enorm. René nam een kijkje bij de werkzaamheden. Kijken dus!
Deze week wandelen René en Leon van Den Bosch naar Vught en kijken hoe door de eeuwen heen vestingstad Den Bosch verdedigd is. In de vele oorlogen was het bezit van deze stad strategisch van groot belang. De wandeling begint op de Markt in Den Bosch waar zo'n achthonderd jaar geleden de stad werd gesticht. De stad was in die tijd ook niet veel groter en daar zijn dan ook sporen van de eerste vestingwerken terug te vinden. Hoe meer de stad zich uitbreidt, hoe meer er te verdedigen is en dus hoe uitgestrekter de vestingwerken. René en Leon wandelen vanuit het centrum van de stad steeds verder van de stad af en steeds dichterbij in de tijd. Een verhaal ook over de toenemende geavanceerdheid en grotere slagkracht van kanonnen en ander militair spul en de steeds uitgebreidere methoden om je tegen de vijand te kunnen verdedigen.
Deze week volgen René en Leon de loop van de Dommel in en rondom Eindhoven. Ook ditmaal gaan de heren de boot in op zoek naar het nest van een fuut maar houden nu droge voeten. In de Dommeltuin bij het Van Abbemuseum zijn bijzondere vondsten gedaan waaruit de voorzichtige conclusie getrokken mag worden dat de Dommel in vroeger tijden een offerplaats is geweest. Het archeologisch onderzoek wat nu gedaan wordt naar virussen en de resistentie daartegen op het Catharinaplein is ronduit spectaculair te noemen.
Deze week overbruggen René en Leon een behoorlijke afstand: zo'n vijftig kilometer! Ze gaan op bedevaart. Vanuit Brabant worden al eeuwenlang bedevaarten gehouden naar de bedevaartsplaats Scherpenheuvel in België, zo'n zestig kilometer ten zuiden van Tilburg. René en Leon lopen een echte ouderwetse bedevaart route en vertrekken vanuit Westelbeers. Ze komen onder meer langs de Abdij van Postel en de Abdij van Averbode om te eindigen bij het vrouwtje Scherpenheuvel.
Na zeven seizoenen is dit de laatste aflevering van De Wandeling. René legt uit wat het aaa-menu is. Eerst neemt hij een kijkje bij de aardbeienteelt op de volle grond en in tunnelkassen. Vervolgens gaat hij asperges steken en bekijkt hij hoe ze gewassen en gesorteerd worden. Zelf schilt hij een asperge. Op de Oosterschelde bij Bergen op Zoom doen ansjovissers hun werk. René bekijkt een fuik waarmee de vis gevangen wordt. Aan het einde van deze bijzondere aflevering mijmert hij nog een beetje over de 241 afleveringen van dit programma die hij gemaakt heeft.
