De clipper Stad Amsterdam komt na een lange tocht eindelijk aan in Australië. Tim Flannery – Australian of the Year 2009 en een van de grootste milieugoeroes van de wereld – wacht zijn oude vriend Redmond O’Hanlon op. Hij wil hem het ‘echte ‘ Australië laten zien.
Australië, ooit de strafkolonie van de Engelsen, werd in de jaren 70 nog optimistisch ‘the Lucky Country’ genoemd: het leek te beschikken over een overvloed aan natuurlijke grondstoffen, het lag op veilige afstand van het Koude Oorlogrumoer en het was er altijd mooi weer – niks aan de hand. Maar Flannery laat Redmond O’Hanlon zien waar het mis is gegaan wat hem betreft. Sinds de eerste pioniers hebben de bewoners van het Australische land altijd behandeld als ware het Engeland. Maar het is er vele malen heter en droger dan ‘thuis’. Het gevolg is dat Australië letterlijk uitgeput geraakt is. Het wordt, volgens Flannery, de hoogste tijd dat men zich als echte Australiërs gaat opstellen en zich aanpast aan het land.
We maken een lange tocht door het Australische land en bekijken het door Flannery’s ogen: we gaan langs bij boeren die door de extreme droogte in het nauw zijn gedreven en met Australisch optimisme op zoek gaan naar oplossingen. We horen dramatische verhalen over bosbranden en vuurstormen die mensenlevens eisen, maar tegelijkertijd vruchtbare grond bieden aan de meest kwetsbare der bloemen: orchideëen. En op de bodem van een drooggevallen meer leren we hoe opwarrelend stof, hoe vervelend ook voor de mens die ermee geconfronteerd wordt, een zegen kan zijn voor het milieu. Een aflevering over wanhoop en mogelijkheden in een uitgeput continent.
