Deze aflevering gaat over de Leidse tijd van de schilder. Rembrandt groeit op in Leiden en start er zijn eerste atelier. Onno Blom onderzoekt de jonge, vormende dagen uit het leven van Rembrandt. De serie schetst de ambities, het karakter en de dromen van de jonge Rembrandt van Rijn. Er ontstaat een beeld van een jongeman die de wereld wil veroveren en die geen twijfel heeft dat dat ook gaat lukken. Ten slotte vertrekt Rembrandt naar de bloeiende stad Amsterdam, waar hij aan een nieuw succesvol hoofdstuk in zijn leven zal beginnen.
Onno Blom volgt opnieuw Rembrandts dagelijkse gangen: in de Amsterdamse portrettenfabriek waar Rembrandt aan de slag gaat en op zijn reis naar Friesland, waar hij Saskia zal trouwen, en Onno onderzoekt ook welke geluiden Rembrandt hoorde als hij over straat liep.
In 1639 koopt Rembrandt samen met zijn vrouw Saskia een grandioos pand aan de Breestraat in Amsterdam. Hier zou hij de komende twintig jaar van zijn leven doorbrengen. Rembrandt schildert begin jaren 40 de Nachtwacht. Maar zakelijk succes gaat gepaard met groot persoonlijk verdriet. De eerste kinderen van het echtpaar sterven vroeg na de geboorte en ook Saskia komt te overlijden, tien maanden na de geboorte van zoon Titus die wél blijft leven.
Rond de tijd dat Rembrandts vrouw Saskia overlijdt, komt dienstmeid Geertje Dircks aan de Breestraat wonen. Rembrandt legt het met haar aan, om een paar jaar later Geertje te verruilen voor de andere dienstmeid, Hendrickje Stoffels. Halverwege de jaren 50 gaat het economisch zo slecht met Rembrandt dat hij het pand aan de Breestraat moet verkopen en hij verhuist naar de Rozengracht, nadat hij zijn faillissement heeft aangevraagd. Daar, aan de rand van de Jordaan, beleeft hij zijn laatste jaren, waarin hij een paar van zijn allermooiste werken maakt.